Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bouwput Uitgraven; Inbouw Van De Eerste Put - FRÄNKISCHE SediPipe XL Inbouw- En Gebruiksaanwijzing

Regenwaterreinigingsinstallatie
Inhoudsopgave

Advertenties

14
Inbouw- en onderhoudshandleiding – SediPipe XL | SediPipe XL plus

4.3 Bouwput uitgraven

4.4 Inbouw van de eerste put

De put moet op de voorbereide vlakke
ondergrond op de juiste hoogte worden
geplaatst en tegen verschuiven worden
beveiligd. De inlaat- of afvoerleiding moet
volgens de ontwerprichtlijn worden
aangesloten. Er moet op worden gelet
dat er geen opvulmateriaal in de put
terechtkomt (afdekking voor de bouwfase
niet verwijderen).
LET OP
Bij alle buismontages moet erop worden
gelet dat de toppuntmarkeringen van
buis en mof precies overeenkomen!
Voor het aanleggen van de bouwput en de
werklaag moeten behalve de bepalingen
van de norm EN 1610 ook de richtlijnen
van de norm DIN 18300 "Grondwerk-
zaamheden" in de telkens geldige versie
in acht worden genomen. Wanneer de
aangelegde grond niet uit voor verdichting
geschikt materiaal G1 zonder stenen
(GE, GW, GI, SE, SW, SI) of G2 (GU, GT,
SU, ST) bestaat, moet een werklaag
conform EN 1610 worden aangebracht.
In principe moet de werklaag met een
uniforme verdichtingsgraad van
D
≥ 95 % en een draagvermogen van
Pr
E
≥ 45 MN/m² worden aangelegd.
V2
Voorbeeld: eindput in combinatie met
Rigofill-infiltratiesysteem
Bij het maken van de buissleuven moeten
de minimale breedtes conform EN 1610
beslist in acht worden genomen. Er
moet rekening worden gehouden met
afwijkende minimale breedtes rond de
putten volgens plaatselijke voorschriften.
LET OP
De plaatsingshoogtes van start- en
eindput evenals het benodigde
hoogteverschil moeten volgens
ontwerprichtlijn worden gerealiseerd
(zie 3.6 Technische gegevens).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor FRÄNKISCHE SediPipe XL

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sedipipe xl plus

Inhoudsopgave