installatievoorschrift
26
Elektrische aansluiting
De aansluiting is van het type Y. Dit betekent dat de aansluitkabel alleen mag
worden vervangen door de fabrikant, de serviceorganisatie of door gelijk-
waardig gekwalificeerde personen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Het toestel is standaard aangesloten volgens een 2 fase aansluiting (2 2N a.c.
230V), zie de schema's hieronder. Wilt u het toestel op een andere manier aan-
sluiten of weet u niet welke aansluiting u heeft, schakel dan een installateur in.
Zie voor het aansluitschema onderstaand figuur, dat ook op de onderzijde van
het toestel staat:
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire
schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding
wordt aangebracht.Het aanzicht van de aansluitkabel is hieronder schematisch
weergegeven:
L1,
grijs
L2,
zwart
27
aarde
groen/geel
N1,
blauw
N2,
bruin
installatievoorschrift
2 fase aansluiting (standaard aansluiting van toestel)
2 fase + 2 nul
2 2N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
blauw
nulaansluiting N1 (blauw)
bruin
nulaansluiting N2 (bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
2 fase + 1 nul
2 2N a.c. 400 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
blauw
nulaansluiting N (blauw met bruin)
bruin
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
3e fase niet gebruiken
De volgende afwijkende aansluitingen zijn ook mogelijk:
1 faseaansluiting
1 fase + 1 nul 1N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 32 A.
nulaansluiting N (blauw met bruin)
blauw
faseaansluiting L (grijs met zwart)
bruin
grijs
zwart
geel/groen
N1
N2
L1
L2
230V
230V
grijs
zwart
geel/groen
N
L1
L2
230V
230V
grijs
zwart
geel/groen
N
L
230V