Het opwarmen en warmhouden van gerechten.
•
Stel de gewenste temperatuur in binnen het bereik van 30 ° C - 90 ° C met behulp van
de temperatuurregelaar van het apparaat.
•
Warm de vitrine op tot de gewenste temperatuur zonder water in de waterschaal en
zonder gerechten. Bij het opwarmen worden ook de ruiten opgewarmd. Hierdoor
ontstaat er geen condenswater op de ruiten als u de gerechten in de vitrine plaatst.
•
Het oranje controlelampje verwarming dat zich naast de temperatuurregelaar bevindt,
gaat branden. Op het moment dat de ingestelde temperatuur wordt bereikt, schakelt
het verwarmingselement uit en het oranje controlelampje verwarming dooft.
•
U kunt nu naar behoefte de waterschaal vullen met water. De waterschaal is bestemd
voor het creëren van vochtigheid in de vitrine, (dit is met name van belang bij gebak
om te voorkomen dat het uitdroogt).
AANWIJZING!
Giet zoveel water in de waterschaal dat deze niet overloopt.
Houd het waterniveau in de waterschaal in de gaten en vul indien nodig bij.
OPGELET!
Zorg ervoor dat de ingestelde werktemperatuur is bereikt, voordat u de gerechten
in de vitrine plaatst.
•
U kunt in de tussentijd warme gerechten bereiden en ze in geschikte 2/1 GN-
containers met een maximale diepte van 40 mm plaatsen (GN-containers worden
niet meegeleverd).
•
Open de glazen schuifdeuren van de
vitrine en plaats de GN-containers
met gerechten in de uitsparing in de
bodem van de vitrine. Gerechten
zoals gebak, bereide kleinere porties
etc. kunt u in geschikte schalen of op
borden, dienbladen ed. op het
legrooster plaatsen.
OPGELET!
Plaats de gerechten nooit direct op de legroosters. Gebruik uitsluitend geschikte
containers of vaatwerk!
- 95 -