Stand
Functie
1. Selecteer de toepasselijke
alfanumerieke toetsen om
een heel woord in te geven.
2. Als het woord juist wordt
weergegeven, selecteert u 0
Voorspellend
om een spatie in te voegen.
Als het juiste woord niet
wordt weergegeven,
selecteert u
alternatief woord te kiezen.
Selecteer de toepasselijke
Cijfer
virtuele toets om een cijfer in te
geven.
Selecteer de toepasselijke
Symbool
virtuele toets om een symbool in
te geven.
32
Tekstinvoer met het QWERTY-
toetsenbord
1. Wijzig de tekstinvoermethode in QWERTY
2. Selecteer de toepasselijke toetsen om tekst
om een
Tekstinvoer met de handschriftmethode
1. Wijzig de tekstinvoermethode in
2. Schrijf letters of cijfers in het grijze
op voll. scherm.
in te geven.
• Selecteer
om te wisselen tussen
hoofdletters en kleine letters.
• Selecteer
om naar de cijfer- of
symboolstand te gaan.
• Selecteer
om speciale tekens in te
geven.
Handschrift.
schrijfgebied.
• Selecteer
om cijfers in te geven.
• Selecteer
om symbolen in te geven.