GEZICHTSVELD
Het gezichtsveld van het apparaat is 12:1 (vb. als de thermome-
ter zich op 12 mm van het oppervlak (spot) bevindt, moet de
diameter van het doel groter zijn dan 1 mm).
Als nauwkeurigheid cruciaal is, zorg er dan voor dat het doel
minstens twee keer zo groot is als de spotgrootte. Hoe kleiner
het doel, hoe dichter de thermometer zich bij het doel moet
bevinden tijdens het meten. In het algemeen moeten metingen
zo dicht mogelijk bij het doel worden uitgevoerd.
GEBRUIK
· Trek 2 seconden aan de trekker [09] om het apparaat te
activeren.
LASER GEBRUIKEN
De laserpunt helpt om het gemeten gebied te lokaliseren en
geeft het midden van dit gebied aan.
· Druk op de laserbediening [03] om de laser aan/uit te zetten.
Het lasersymbool [E] verschijnt op het LCD-scherm [02] als de
laser aan staat.
4
CONTACTLOZE TEMPERATUUR
· Richt de thermometer op het oppervlak van het voorwerp.
· Hou de knop [08] ingedrukt om de temperatuurmetingen
continu af te lezen.
· Laat de trekker [08] los wanneer de gewenste meting is
verkregen.
· De primaire temperatuur [K] blijft op het LCD-scherm [02]
staan.
· De hoogst gemeten temperatuur wordt weergegeven als
maximumwaarde [I] op het LCD-scherm [02].
Als de gemeten oppervlaktetemperatuur hoger is dan de
temperatuurinstelling voor het alarm hoge limiet [B] of lager
dan de instelling voor het alarm lage limiet [C], licht de rode
alarmindicatie [01] boven het scherm op om de gebruiker te
waarschuwen.
INSTELLINGEN
ALARM HOGE LIMIET
Dit apparaat heeft een programmeerbare hoog-alarmfunctie [B].
Als de hoge-alarmtemperatuur wordt bereikt, licht de alarmindi-
catie [01] van het apparaat rood op om u te waarschuwen.
· Hou de modusknop [04] 2 seconden ingedrukt.
· Druk zo vaak als nodig op de modusknop [04] totdat de hoge
limiet [B] wordt weergegeven op het LCD-scherm [02].
·