• Als oranje tape is bevestigd op de inkttank, verwijdert u deze helemaal.
Als er tape achterblijft, kan deze de inktuitvoer blokkeren.
• Controleer of de inkttanks op de juiste posities zijn geplaatst.
Initiële controle-items (Initial Check Items) (Mediagegevens bijwerken
(Update Media Information))
Controleer of de printer is aangesloten op de computer en of de printer ingeschakeld is.
Controleer het volgende als u de mediagegevens niet kunt bijwerken.
• Controleer of een gebruiker met beheerdersrechten de mediagegevens bijwerkt.
Andere gebruikers kunnen wel controleren of de mediagegevens bijgewerkt moeten worden, maar
kunnen deze update niet zelf uitvoeren.
• Voordat u de mediagegevens bijwerkt, controleert u aan de hand van Media Configuration Tool dat u
de mediagegevens op de printer hebt toegevoegd, bewerkt of verwijderd.
Belangrijk
• Het bijwerken van de mediagegevens kan even duren.
• Wijzig de mediagegevens op de printer niet terwijl u de mediagegevens in het printerstuurprogramma
bijwerkt.
Dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings)
Wanneer u klikt op Stille instellingen (Quiet Settings), wordt het dialoogvenster Stille instellingen
(Quiet Settings) weergegeven.
In het dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings) kunt u een instelling opgeven die ervoor zorgt
dat de printer minder geluid maakt.
Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid
maakt.
Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen.
Stille modus niet gebruiken (Do not use quiet mode)
Selecteer deze optie als u de printer wilt gebruiken met het normale werkingsvolume.
Stille modus altijd gebruiken (Always use quiet mode)
Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt.
Stille modus gebruiken op opgegeven tijden (Use quiet mode during specified hours)
Selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder geluid maakt op de opgegeven tijden.
Geef de Begintijd (Start time) en de Eindtijd (End time) op van de periode waarin de stille modus
actief moet zijn. Als beiden op dezelfde tijd zijn ingesteld, werkt de stille modus niet.
Belangrijk
• U kunt de stille modus instellen op het bedieningspaneel van de printer of op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Ongeacht de manier waarop u de stille modus instelt, deze modus wordt toegepast wanneer u
bewerkingen uitvoert via het bedieningspaneel van de printer of wanneer u afdrukt via de computer.
144