Ontploffings- en
verstikkingsgevaar
Het verwarmingsapparaat mag niet gebruikt worden:
• bij benzinestations en tankinstallaties.
• op plaatsen, waar licht ontvlambare gassen of stoffen
gevormd kunnen worden, evenals op plaatsen waar licht
ontvlambare vloeistoffen of vaste materialen liggen (bijv.
in de buurt van brandstof- kool- en houtstof,
graanopslagplaatsen, droog gras en loof, kartonnages,
papier enz.).
• in gesloten ruimten (bv. garage), ook niet met
programmeerklok of Telestart.
Het verwarmingsapparaat mag niet:
• aan temperaturen boven 120°C (opslagtemperatuur)
blootgesteld worden. Bij overschrijding kan de elektronica
onherstelbaar worden vernield.
• zonder een aandeel van tenminste 20% antivriesmiddel in
het water van het verwarmingscircuit worden gebruikt.
Het verwarmingsapparaat:
• mag uitsluitend met de op het typeplaatje aangegeven
brandstof en de op het typeplaatje aangegeven nominale
spanning werken.
• moet bij sterke rookontwikkeling, ongebruikelijke
brandgeluiden of als het naar brandstof ruikt door direct
uitschakelen en verwijderen van de zekering buiten
werking worden gezet.
Het opnieuw in bedrijf stellen mag pas na een controle
van het apparaat uitsluitend door Webasto geschoold
personeel gebeuren.
• moet minstens eenmaal per maand, bij koude motor,
buitentemperatuur beneden +20 °C en kleinste
ventilatorinstelling, voor 10 minuten in bedrijf worden
genomen.
Vooral bij benzine verwarmingsapparaten kan een
herhaaldelijk opstarten van het verwarmingsapparaat ten
gevolge van de eigenschappen van de brandstof nodig
zijn.
• moet elke 2 jaar, uiterlijk aan het begin van het
stookseizoen deskundig worden gecontroleerd.
2