Tabel A-1
Numerieke codes en tekstberichten (vervolg)
Bedieningspaneelbericht
510-Flash Screen Image Corrupted
(Beginscherm beschadigd)
511-CPU, CPUA, or CPUB Fan not detected
(Processorventilator niet gedetecteerd)
512-Chassis, Rear Chassis, or Front Chassis
Fan not Detected (Chassisventilator of
voorste of achterste ventilator niet
gedetecteerd)
514-CPU or Chassis Fan not Detected
(Processor- of chassisventilator niet
gedetecteerd)
601-Diskette Controller Error (Fout
diskettecontroller)
605-Diskette Drive Type Error (605-Fout type
diskettedrive)
610-External Storage Device Failure (610-
Fout externe schijfeenheid)
611-Primary Floppy Port Address
Assignment Conflict (Conflict adrestoewijzing
primaire diskettepoort)
660-Display cache is detected unreliable
(660-Beeldschermcache gedetecteerd als
niet betrouwbaar)
54
Bijlage A POST-foutberichten
Omschrijving
Er zijn fouten aangetroffen in het
beginscherm.
Een processorventilator is niet aangesloten
of is mogelijk defect.
Een van de ventilatoren is niet aangesloten
of is mogelijk defect.
Een processor- of chassisventilator is niet
aangesloten of is mogelijk defect.
De circuits van de diskettecontroller of de
diskettedrive zijn niet juist.
Verkeerd type station.
Extern tapestation is niet aangesloten.
Configuratiefout.
De beeldschermcache van de geïntegreerde
grafische controller werkt niet goed en wordt
uitgeschakeld.
Aanbevolen actie
3.
Zorg ervoor dat de monitor is
aangesloten en ingeschakeld.
4.
Vervang de videokaart (indien
mogelijk).
Flash het systeem-ROM met het nieuwste
BIOS-image.
1.
Controleer of de processorventilator
stevig op zijn plaats zit.
2.
Controleer of de ventilatorkabels goed
zijn aangesloten.
3.
Vervang de processorventilator.
1.
Controleer of de ventilatoren stevig op
hun plaats zitten.
2.
Controleer of de ventilatorkabels goed
zijn aangesloten.
3.
Vervang de betreffende ventilator.
1.
Controleer of de ventilatoren stevig op
hun plaats zitten.
2.
Controleer of de ventilatorkabels goed
zijn aangesloten.
3.
Vervang de betreffende ventilator.
1.
Start Computerinstellingen.
2.
Controleer en/of vervang de kabels.
3.
Wis de CMOS. (Raadpleeg bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en CMOS
opnieuw instellen op pagina
4.
Vervang de diskettedrive.
5.
Vervang de systeemkaart.
1.
Start Computerinstellingen.
2.
Ontkoppel eventuele andere
diskettecontrollers (tapedrives).
3.
Wis de CMOS. (Raadpleeg bijlage B,
Wachtwoordbeveiliging en CMOS
opnieuw instellen op pagina
Installeer de tapedrive opnieuw of druk op
F1
en configureer het systeem opnieuw
zonder de drive.
Start Computer Setup
(Computerinstellingen) en controleer de
configuratie bij Advanced (Geavanceerd) >
Onboard Devices (Apparaten op
systeemkaart).
Vervang de systeemkaart indien lichte
verslechtering van de weergave van belang
is.
61.)
61.)
NLWW