ONDERHOUD VAN DE MAAIMACHINE
Maaikast
Kantel de maaimachine op de rechterzijkant met het
luchtfi lter naar boven om schade aan de motor te
voorkomen. Verwijder na gebruik maaisel onmiddellijk van
de boven- en onderkant van de maaikast. (Zie fi g. 29)
Meststoffen en topdressings hebben een bijzonder
corrosieve werking. Reinig het maaidek grondig,
onmiddellijk nadat u behandeld gras hebt gemaaid en stal de
maaimachine niet in de buurt van corrosieve materialen.
Moeren en bouten vastdraaien
Controleer regelmatig of alle bevestigingsmoeren en
-bouten stevig vastzitten. Ontbrekende of beschadigde
onderdelen dienen onmiddellijk te worden vervangen.
Afstelling van de koppelingskabel
Zodra de gebruiker voelt dat de machine vermogen verliest:
1. Zet de motor af.
2. Trek de machine naar achteren en druk tegelijk de
koppelingsbeugel geleidelijk in tot de achterrollen
vergrendeld worden. Op dit moment moet de afstand
tussen de koppelingsbeugel en de duwboom 60 mm zijn.
3. Als de afstand tussen de koppelingsbeugel en
de duwboom minder dan 60 mm is, stel dan de
aangrijppositie af met de zwarte plastic kabelafstelschroef
om terug een tussenafstand van 60 mm te verkrijgen
(Raadpleeg afb. 30 en 31).
4. Onthoud dat deze afstelling tijdelijk is; laat bij de
eerstvolgende gelegenheid onderhoud uitvoeren om zeker
Fig. 30
Fig. 29
te zijn dat de veer van de koppelingskabel die bevestigd
is aan de koppeling van de tandwielkast juist afgesteld
is. Gebruik voor deze afstelling de metalen stelschroef
aan de bediening met de terugstelinrichting van de plastic
stelschroef volledig ingedraaid. Als de veer afgesteld is,
draait u de binnenste borgmoer vast om de afstelling te
borgen. (Zie fi g. 32 & 33)
Smering
Smeer de wielen, draaipunten en overbrengings-
mechanismen om de 25 bedrijfsuren met motorolie.
Smeer een normaal smeermiddel van goede kwaliteit op de
binnenkabels van de bediening bij de punten waar zij de
buitenkabel ingaan en verlaten.
Maaimes verwijderen
Laat de motor lopen totdat de brandstoftank leeg is en de
motor afslaat. Verwijder de kabel van de bougie en laat de
motor afkoelen. Kantel de maaimachine op de rechterkant
met het luchtfi lter boven. (Zie fi g. 34)
Pak het uiteinde van het maaimes stevig beet met een dikke
handschoen en draai de bout, de veerring en het afstandstuk
waarmee het maaimes is bevestigd los met een 9/16" A/F
sleutel. (Zie fi g. 35)
Om ongevallen te voorkomen, mag u uitsluitend
werkzaamheden aan het maaimes verrichten als de
bougiekabel is losgemaakt. Het maaimes heeft scherpe
randen. Draag ALTIJD stevige handschoenen om
Fig. 31
60mm
1
Fig. 32
Fig. 33
13mm
13 mm lang
Koppelingshendel
Clutch lever
extension
fully engaged
volledig ingedrukt
Tighten the inner
Draai de binnenste
nut when the cable
moer vast wanneer
de kabelveer is
spring is set.
afgesteld
Metal
Clutch spring
Koppelingsveer
Metalen schroef
adjuster
12
uw handen te beschermen als u werkzaamheden aan
het maaimes verricht. Beweeg gereedschap NOOIT
in de richting van de randen van het maaimes om te
voorkomen dat u letsel oploopt als het gereedschap
uitschiet. Gebruik ALTIJD originele Hayter onderdelen.
U dient de conditie van het maaimes en de bevestiging
ervan regelmatig te controleren op tekenen van slijtage of
beschadiging. Controleer of het maaimes niet verbogen of
gescheurd is.
Een maaimes dat uit balans is, zal overmatig trillen en kan
breken. Gebruik NOOIT een mes dat niet in balans is.
Controleer regelmatig of de bevestigingsbout van het
maaimes is vastgezet met de gespecifi ceerde torsie van
54 Nm.
Vervang het maaimes om de 2 jaar of eerder als het sterk
versleten of beschadigd is.
Om het letsel te voorkomen, is het raadzaam hulp te vragen
als u de maaimachine op een kant wilt zetten.
Maaimes monteren
Monteer het maaimes met de naar boven gekeerde randen
gericht naar de motor. Zet het maaimes vast met de bout (1),
de veerring (2) en het afstandsstuk (3). (Zie fi g. 35)
Fig. 34
Fig. 35
1
3
2