ingesteld zijn op "Nee". Waarden tussen 000 – 240 seconden.
[7] DEURBEL FUNCTIE
In deze parameter kan de deurbel functie van het bediendeel geactiveerd worden.
OPMERKING: deze instellingen dienen op elke bediendeel apart te worden ingesteld.
7.7
[5] TOEGANG
Met behulp van deze optie kan de toegang tot het ccsMuSDO systeem ingesteld worden.
[0] INSTALLATEURCODE
Met behulp van deze optie kan een hoofdgebruiker bepalen of de installateur toegang kan krijgen tot de systeem
programmering, de gebruiker kan de optie aan en uit zetten.
[1] WINCCS
Met behulp van deze optie wordt kan ingesteld worden of het toegestaan is om via WinCCS te communiceren met
het systeem. (Standaard = JA)
[2] TELNET
Met behulp van deze optie wordt kan ingesteld worden of het toegestaan is om via TELNET te communiceren met
het systeem. (Standaard = JA)
7.8
[6] DIAGNOSE
Met behulp van deze optie kan er een diagnose uitgevoerd worden van verschillende onderdelen.
[0] ALARMGEHEUGEN
Met behulp van deze functie kunt u het alarmgeheugen bekijken. Alarmmeldingen van de afgelopen
beveiligingsperiode verschijnen in beeld:
x════════════════════x
║Alarmgeheugen
║Zone 001
x════════════════════x
Indien er meerder zone alarmen in het geheugen staan verschijnt rechts onder het > teken. Met behulp van de [>]
toets kunt u de overige alarmen bekijken. Deze berichten blijven 15 seconden in beeld of totdat [Escape] wordt
ingedrukt. Het code bediendeel zal dan weer in neutraal gaan.
[1] LOGBOEK
Met deze optie kan het gebeurtenissen geheugen van het systeem worden uitgelezen. In het geheugen kunnen
1500 gebeurtenissen worden opgeslagen. Voor elke gebeurtenis wordt het tijdstip, blok en gebeurtenis
opgeslagen.
x════════════════════x
║10/02/2010
║12:10
x════════════════════x
Wanneer een gebeurtenis in beeld komt, staat op de eerste regel van het display datum en tijd van de gebeurtenis
op de tweede regel wordt het volgnummer ervan en het blok waarin het plaatsvond weergegeven. Druk op [Enter]
voor een beschrijving van de gebeurtenis (zie de rechter afbeelding hierboven). Met behulp van de pijltjestoetsen
kunnen alle gebeurtenissen in de buffer worden bekeken. Druk op [Escape] om deze functie te verlaten.
[2] M3 DIAGNOSE
Met behulp van deze optie kan de mistmachine diagnose worden geactiveerd.
[3] LOOPTEST
Met behulp van deze optie kan de looptest functie worden geactiveerd. In het scherm verschijnt de melding:
x════════════════════════x
║Looptest Gestart
║Druk [Enter] voor einde ║
x════════════════════════x
Wanneer een zone met het looptest kenmerk wordt geactiveerd zal deze kort in het display verschijnen en zal de
bediendeel zoemer een bevestigingstoon laten horen. Indien alle zones waarvan de "Looptest" optie actief is zijn
geactiveerd zal de melding looptest voltooid verschijnen.
x════════════════════════x
║Looptest
║Voltooid
x════════════════════════x
[4] DRAADLOOS STATUS
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd
║
║
x════════════════════x
║
║Zone Kantoor
║
║Kantoor 1
x════════════════════x
║
║
║
║
║
Pagina
21
van 30