Inhoudsopgave
Advertenties
De beeldafwerking en correctie instellen
Gebruik van het ND-filter
Met [ND-filter] in menu A2/B2 kunt u
instellen om al dan niet altijd gebruik te maken
van het interne ND-filter van de camera.
3
Auto
De camera bepaalt aan de hand van de omstandigheden of de functie wordt ingeschakeld of
uitgeschakeld. Het ND-filter wordt gebruikt indien het pictogram wordt weergegeven op het
opnamescherm wanneer u z half indrukt.
U kunt [Auto] niet selecteren in de stand B.
Aan
Het ND-filter wordt altijd gebruikt. Het pictogram wordt weergegeven op het opnamescherm.
Uit
Het ND-filter wordt niet gebruikt.
Memo ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
• U kunt deze functie toewijzen aan [Instelling Fn-knop] in menu D2. (p.123)
Moiré verminderen (AA-filtersimulator)
U kunt met [AA-filtersimulator] in menu A4
het effect bereiken van moirévermindering dat
het effect van een laagdoorlaatfilter simuleert.
[Sterk], [Zwak], of [Uit] kunnen worden
geselecteerd.
Voorzichtig ---------------------------------------------------------------------------------------------------
• Het volledige effect van deze functie bereikt u mogelijk niet wanneer u opnamen maakt met een
snelle sluitertijd of flitser.
86
ND-filter
Auto
Aan
Uit
Annul.
Annul.
AA-filtersimulator
Sterk
Zwak
Uit
Annul.
Annul.
OK
OK
OK
OK
Advertenties
Inhoudsopgave
