Foutmeldingen en storingen oplossen
20
De alarmstatistieken worden hier getoond naast de geselecteerde signaalanalyse (zie
bedieningshandleiding).
Druk op sneltoets 1 Esc om terug te keren naar de weergave van de momentele waarde.
De alarmstatistieken worden gereset via normale signaalanalyse Instellingen →
Systeem → Signaalanalyse → Op nul zetten.
De gegevens van de alarmstatistieken kunnen ook worden getoond (in de
meetwaardetabel), worden afgedrukt en worden geëxporteerd met de meegeleverde
PC-software.
2.6.6
Controle/weergeven ontvangstkwaliteit
Het instrument controleert de ontvangstkwaliteit (veldsterkte) van de aangesloten
draadloze GSM-modems en toont het actuele GSM-netwerk (provider). De informatie
wordt getoond onder Hoofdmenu → Diagnose → GSM terminal.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een GSM-modem is aangesloten en het
modem de betreffende commando' s ondersteunt.
2.6.7
Status telealarm
Het instrument toont informatie over de status van de individuele alarmen. De informatie
wordt getoond onder Hoofdmenu → Diagnose → Status telealarm.
De functie is alleen beschikbaar wanneer het telealarm is ingeschakeld via
Instellingen → Toepassing → Telealarm en compleet is geparametreerd.
2.6.8
Testfunctie van de op afstand bestuurde relais
De relais die zijn ingeschakeld voor afstandsbesturing kunnen handmatig worden
geactiveerd via de volgende functie: Hoofdmenu → Diagnose → Simulatie → Relais. Kies
het betreffende relais en verander de status (open/dicht).
De verandering van de status wordt geregistreerd in de event-log. Wanneer
gebruikersbeheer is ingeschakeld, moet de gebruiker de benodigde rechten hebben
(zie bedieningshandleiding).
2.6.9
Testfunctie voor zenden SMS/e-mail
Het alarm (overdracht van SMS/e-mails) kan worden getest met de volgende functie:
Hoofdmenu → Diagnose → Simulatie → Test telealarm
Kies één van de alarmen die is ingesteld. Het instrument zendt vervolgens een bericht
(SMS of e-mail, afhankelijk van de instelling) aan ALLE toegekende ontvangers (met
bevestiging wordt tijdens test geen rekening gehouden). Een neutrale tekst wordt gebruikt
als alarm (alarm <x>: test) zodat de ontvangers weten dat dit een test is. De test wordt ook
geregistreerd in het event-logboek.
3
Foutmeldingen en storingen oplossen
Uw instrument geeft informatie over fouten of verkeerde instellingen in tekstformaat op
het scherm. Bij de weergave op het display (meetwaardeweergave) worden de foutcodes in
de rechterbovenhoek van het scherm getoond.
Uitvoering met navigator en front-interfaces:
Een rode LED signaleert fouten of knippert in geval van waarschuwingen of benodigd
onderhoud.
Gedetailleerde foutmeldingen en storingen oplossen zijn te vinden in het hoofdstuk
Diagnose en storingen oplossen van de bedieningshandleiding.
Memograph M, RSG45
Endress+Hauser