Ingebruikname
d) Uitsturingsindicatie
De uitsturingsindicatie (11) geeft informatie over het niveau van het uitgangssignaal.
Het niveau op de uitsturingsindicatie mag de 0db-waarde zo mogelijk niet blijvend overschrijden, omdat
er anders vervorming van het muzieksignaal kan ontstaan. Een kort oplichten resp. een korte uitslag
tot boven de „0"dB-waarde bij signaalpieken is echter geen probleem.
e) Voorbeluistering
Draai de regelaar HEADPHONE (38) tot de linker aanslag voordat u de koptelefoon insteekt of
losmaakt, opzet of het mengpaneel in- of uitschakelt! Er bestaat gevaar voor gehoorschade
door een te hoog volume bij de koptelefoonuitgang.
•
Met de regelaar CUE/PROGRAM (36) legt u vast, welk signaal van het mengpaneel via de koptelefoon wordt
weergegeven.
Stand CUE:
Alleen de met de toetsen CUE (3), MIC CUE (26) resp. F/X CUE (34) geselecteerde kanalen worden
weergegeven.
Stand PROGRAM:
alleen het uitgangssignaal van het mengpaneel wordt weergegeven.
f) Faden/mixen
•
Met de crossfader (29) kunt u tussen de signalen van de beide kanalen faden/mixen.
•
Selecteer hiertoe met de beide draaischakelaars ASSIGN (28) de gewenste kanalen.
•
Het ene kanaal vervaagt door bediening van de crossfader (29) (wordt zachter), tegelijkertijd wordt het andere
kanaal ingevoegd (wordt harder). In de middelste stand worden beide faderkanalen in gelijke delen weergegeven.
g) Echo-effect
•
Schakel het echo-effect met de ECHO-schakelaar (18) in.
Stand ON: Effect ingeschakeld
Stand OFF: effect uitgeschakeld
•
Regel met de regelaar ECHO DELAY (19) de vertraging van het effect.
•
Stel met de regelaar ECHO REPEAT (35) het aantal echo-herhalingen in.
•
Stel met de regelaar ECHO LEVEL (33) het volume van het effect in.
98
All manuals and user guides at all-guides.com