1. Kabelklem
7. Verwijder de bout, de moer en de ringen waarmee het
andere kabeluiteinde vastzit aan het scharnierpunt van
de parkeerrem onder de machine
Opmerking: Bewaar al het bevestigingsmateriaal en
de lagerbus om de vervangkabel te monteren.
1. Borgring
2. Borgmoer
3. Ring
4. Lagerbus
8. Verwijder de borgring waarmee de kabelbehuizing
vastzit aan het frame van de machine
9. Verwijder de kabel.
De kabel monteren
Opmerking: Gebruik de lagerbus wanneer u de
vervangkabel monteert.
1. Leid de kabel langs dezelfde weg als de oorspronkelijke
kabel.
2. Gebruik de eerder verwijderde kabelklem om de kabel
aan het frame van de machine te bevestigen.
Figuur 3
(Figuur
4).
Figuur 4
5. Bout
6. Scharnierpunt van rem
7. Kabeluiteinde
(Figuur
Opmerking: Bevestig de kabelklem met de
borgmoer, bout en ringen die eerder werden
verwijderd.
3. Monteer het parkeerremuiteinde van de aandrijfrol aan
de machine.
4. Maak de bevestigingen vast waarmee de aandrijfrol aan
het aandrijfuiteinde van de rol is bevestigd.
5. Monteer de borgring op de kabelbehuizing om deze
aan het frame van de machine te bevestigen
6. Monteer de gebruikte bout, moer, ringen en lagerbus
om het andere kabeluiteinde te bevestigen aan het
scharnierpunt van de parkeerrem onder de machine
(Figuur
7. Verwijder de bovenste moer op de fitting bij de
parkeerremhendel
8. Leid de kabel door de sleuf in de parkeerrembeugel en
schuif de fitting naar boven op zijn plaats
9. Monteer de bovenste moer op de fitting en draai ze vast
om de fitting aan de beugel te bevestigen
10. Monteer de lagerbus over de stang op de
parkeerremhendel
1. Kabeluiteinde
2. Lagerbus
4).
11. Monteer het kabeluiteinde op de lagerbus
12. Monteer de borgring op de stang om het kabeluiteinde
aan de stang te bevestigen
13. Stel de parkeerrem af zoals wordt beschreven in de
Gebruikershandleiding van de machine.
14. Laat de machine veilig en voorzichtig neer op de grond.
2
4).
(Figuur
2).
(Figuur
5).
Figuur 5
3. Borgring
(Figuur
(Figuur
4).
(Figuur
2).
(Figuur
2).
(Figuur
5).
5).