De afdrukkwaliteit is slecht
Inktpatronen. Als de inkt vegen, strepen of
vlekken veroorzaakt:
•
Misschien is het nodig de inktpatronen te
reinigen. Zie de HP Werkset voor instructies.
•
Misschien is het nodig de inktpatronen te
vervangen. Zie de HP Werkset voor instructies.
•
Zorg dat de beschermende vinyltape van de
inktpatronen is verwijderd.
•
Als de kleureninkt en de zwarte inkt niet
samenvallen op de afdruk, gaat u naar de HP
Werkset en klikt u op Inktpatronen uitlijnen.
Papier. Als de afdruk vaag is of de kleuren
dof zijn of in elkaar overlopen, moet u het
volgende controleren:
•
u gebruikt papier dat is geschikt voor
inkjet-printers.
•
het papier ligt met de afdrukzijde omlaag in de lade.
•
u hebt de juiste papiersoort in de tab Instelling
van het dialoogvenster HP Afdrukinstellingen
geselecteerd.
Inkt. U kunt regelen hoeveel inkt er op de pagina
wordt aangebracht door de Afdrukkwaliteit
te wijzigen.
•
Als de inkt vegen veroorzaakt, gebruikt u
waarschijnlijk te veel inkt. Klik in de tab
Instelling van het dialoogvenster
HP Afdrukinstellingen op Normaal of Concept
in plaats van op Beste. U kunt de hoeveelheid
inkt ook verminderen met de schuifbalk voor
Inktvolume in de tab Geavanceerd.
•
U drukt misschien af in de modus Concept.
Klik op Normaal of Beste in de tab Instelling
van het dialoogvenster HP Afdrukinstellingen.
De pagina komt niet uit de printer
Wees geduldig. Het duurt langer om complexe
documenten zoals kleurenfoto's af te drukken.
Controleer of het Aan/uit-lichtje knippert. Als dat
zo is, is de printer bezig gegevens te verwerken.
Voeding. Zorg dat de printer aan staat (het
Aan/uit-lichtje aan de voorkant van de
printer moet branden) en alle aansluitingen
stevig vastzitten.
Printerkap. Zorg dat de printerkap gesloten is.
Knipperende lichtjes. Zie "Toetsen en lichtjes" op
pagina 15.
Papier. Leg het papier juist in de INVOERlade.
Inktpatronen. Controleer of beide
inktpatroonhouders een juist geplaatste patroon
met het juiste HP artikelnummer bevatten.
Printer reageert niet. Als u een parallelle poort op
de printer gebruikt, hebt u wellicht de verkeerde
kabel (HP kabel conform IEEE 1284). Als u de
juiste kabel gebruikt, zet u de printer uit en
vervolgens weer aan.
Bericht "Er is een probleem". Voer de in het vak
vermelde stappen uit en klik op Nogmaals. Als
het venster weer verschijnt, klikt u op Overslaan.
Als de printer met een parallelle kabel op de
computer wordt aangesloten, dient u een
parallelle tweerichtingskabel van HP, conform
IEEE 1284, gebruiken.
13