Inhoudsopgave
Advertenties
Let op!
• Gebruik geen doornatte doeken. [C035]
• Gebruik geen ketonen (methylethylketon, aceton, enz.) of schuurmiddelen. [C036]
• Gebruik geen desinfectiemiddelen op basis van alcohol (met uitzondering van
verdunningen van isopropylalcohol en ethanol). [C060]
• Gebruik geen zuurhoudende reinigingsmiddelen. [C061]
• Overschrijd de door de fabrikant aangegeven concentratie niet en gebruik geen
voorgemengde oplossingen. [C062]
• Steriliseer het apparaat niet met stoom (autoclaaf) of droge warmte. [C037]
• Dompel het apparaat niet onder in vloeistoffen. Anders kan het apparaat beschadigd
raken. [C039]
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof in de elektrische delen van het apparaat kan
binnendringen. [C038]
• Plaats het apparaat niet ondersteboven of op zijn zijkant. [C063]
Reinig na elk gebruik alle oppervlakken aan de buitenkant van de herbruikbare onderdelen volgens
de volgende goedgekeurde reinigingsprocedure:
1.
Inspecteer de onderdelen visueel op zichtbare schade of slijtage van de behuizingen, zoals
scheuren, of slijtage van de etiketten en het netsnoer. Reinig het apparaat niet als er sprake
is van een gebrek en neem contact op met The Surgical Company International B.V. of uw
plaatselijke distributeur.
2.
Dompel een zachte doek of spons in de reinigingsoplossing van milde vloeibare zeep en
warm kraanwater. Knijp de doek of spons goed uit, zodat deze niet druipt. Veeg of schrob het
hele oppervlak van de behuizing en de bedieningspanelen grondig schoon. Gebruik indien
nodig een zachte borstel met reinigingsoplossing om het netsnoer te reinigen.
3.
Opgedroogd bloed verwijdert u met een zachte doek met 3% waterstofperoxide of met water
verdund chloorbleekmiddel (30 ml/l).
4.
Spoel een andere zachte doek of spons in kraanwater op kamertemperatuur. Knijp de doek
of spons goed uit, zodat deze niet druipt. Veeg alle bovengenoemde oppervlakken grondig af.
Spoel het doekje of de spons tijdens dit proces meerdere malen onder schoon stromend water
om alle zichtbare resten van het reinigingsmiddel van het apparaat te verwijderen.
5.
Droog het apparaat met een handdoek of zachte doek.
6.
Controleer visueel of alle onderdelen grondig zijn gereinigd. Herhaal de reinigingsprocedure
indien nodig.
7.
Desinfecteer het apparaat volgens de volgende goedgekeurde desinfectieprocedure nadat u
alle oppervlakken aan de buitenkant van de herbruikbare onderdelen grondig hebt gereinigd.
6.3
Desinfectie
Desinfecteer het apparaat pas nadat u de reinigingsprocedure hebt uitgevoerd die wordt
beschreven in Reiniging op pagina 36.
Desinfectie is een procedure voor het verwijderen van (biologische) verontreinigingen.
Gebruikershandleiding - Onderhoud
37 van 55
Advertenties
Inhoudsopgave
