7.3
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik volgens ATEX en SIL toepassingen
Veiligheidsrelevante parameters voor de gastransmitters
Type
Structuur
HFT
PFD, PFH, SFF
λ
, λ
, λ
, λ
tot
D
DU
DD
MTTR
T1
Mogelijke structuren en SIL-voorwaarden
In de volgende tabel ziet u welke structuur moet worden geselecteerd om te voldoen aan de vereisten
van een bepaalde SIL.
LDM = Laag verbruik modus
HDM = Hoog verbruik of continue modus
Structuur 1oo1
Structuur 1oo2
Afhankelijk van de geselecteerde configuratie en de sensorversie moeten de volgende veiligheidspa-
rameters in acht worden genomen bij de implementatie van de veiligheidslus:
Algemene voorwaarden voor veilig gebruik
•
De limieten en de toepassingsadviezen in deze handleiding moeten in acht worden genomen. Voor
kalibratie en onderhoud moeten de regionale en nationale voorschriften in acht worden genomen.
•
Een defecte transmitter moet in 72 uur worden gerepareerd.
®
•
De HART
interface mag niet worden gebruikt voor het versturen van veiligheidsgevoelige gegevens.
•
De alarmvoorwaarden van de transmitter moeten periodiek worden gecontroleerd tegelijk met de
typische gaskalibratiecontroles.
•
De relais moeten onder normale omstandigheden bekrachtigd zijn.
•
De relaiscontacten dienen te worden beveiligd met een smeltzekering van 0,6 van de gespecificeerde
nominale stroom op het relaiscontact.
•
De storingsrelaiscontacten moeten veiligheidsgerelateerd worden verwerkt voor waarschuwingsdoel-
einden wanneer de 4-20 mA link niet wordt gebruikt voor de alarmconditie.
•
De tests van het 4-20 mA uitgangssignaal en alarmcondities en de test van de alarm- en storingsrelais,
LEDs en display moeten tijdens elke kalibratiefase worden uitgevoerd.
•
De aangesloten controller moet de 4-20 mA signaalstroom controleren op waarden beneden 4 mA en
boven 20 mA.
•
Voor het correcte gebruik van de brandbaar gassensor is een minimum zuurstofconcentratie van
10 Vol% nodig.
•
De aanwezigheid van katalytische giftige stoffen moet worden vermeden voor de brandbaar gassensor.
•
Een functionele controle/kalibratie moet voor het gehele systeem worden uitgevoerd.
•
Elke maand moet een visuele inspectie worden uitgevoerd.
B
1oo1 of 1oo2
0 of 1
zie tabel
zie tabel
72 u
16 weken (inspectietestinterval)
SIL1
SIL2
SIL3
LDM
HDM
LDM
X
X
X
X
X
X
PrimaX
Goedkeuringen
HDM
LDM
HDM
X
X
X
NL
44