De kinderwagen Kinderkraft NEA 2 kan worden aangeboden in een set met een compatibel autostoeltje. Als het een autostoeltje wordt gebruikt in
combinatie met een kinderwagen, vervangt deze de wieg of een bedje niet. Als uw kind slaap nodig heeft, moet het worden verplaatst naar een gondel,
wieg of een bedje. Gebruik alleen onderdelen en accessoires die door de fabrikant zijn geleverd of aanbevolen
I ONDERDELEN VAN DE KINDERWAGEN
1.
Raamwerk met mand (2)
4.
Gondel
6.
Voetovertrek
10.
Extra overkapping-paneel voor de gondel
12.
Beugel
14.
Voorwiel x2
16.
Regenhoes
18.
Bekerhouder
II UITKLAPPEN VAN HET RAAMWERK VAN DE KINDERWAGEN
Plaats het raamwerk (1) met de mand (2) op een vlakke ondergrond met het handvat naar boven. Om te ontgrendelen drukt u op de vergrendelknop op
het raamwerk (Afb.A.I) en trekt u beide hendels tegelijk omhoog (AFB.A.II). Til het handvat op en klap de raamwerk uit totdat u het kenmerkende
vergrendelgeluid hoort (Afb. B). Schuif de achteras op het raamwerk totdat u een karakteristiek klikgeluid hoort (Afb. C).
III MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE WIELEN
Steek de voorwielen (14) in de gaten aan de voorzijde van het raamwerk totdat u het vergrendelgeluid hoort (Afb.D.I). Om de wielen te demonteren, drukt
u op de ontgrendelingsknop van de voorwielen (Afb. D.II.) De wagen heeft een systeem van draaibare voorwielen met de mogelijkheid tot vergrendeling
voor rechtdoor rijden. Om te ontgrendelen schuif de vergrendeling naar boven/onder (Afb. D.III). Steek de achterwielen (13) in de gaten aan de achterzijde
van het raamwerk tot deze vergrendelt en zorg ervoor dat de vlakke vlakken van de as en het gat op de juiste wijze zijn uitgelijnd (Afb.E.IV). Om een
achterwiel te verwijderen, drukt u op de ontgrendelingsknop en trekt u eraan (Afb.E.V).
LET OP! Controleer voordat u de kinderwagen gebruikt of alle wielen juist zijn
gemonteerd.
IV GEBRUIK VAN DE REM
De wagen is uitgerust met een voetrem. Druk op de rem met uw voet. Wanneer u het vergrendelgeluid hoort, wordt de rem geactiveerd. Het ontgrendelen
gebeurt als de remvergrendeling omhooggaat (Afb.F).
V MONTAGE/DEMONTAGE
V.I GONDEL VAN DE KINDERWAGEN
Plaats de gondel (4) op een vlakke ondergrond. Om de gondel uit te klappen, verwijdert u de voetovertrek, trekt u de matras die daarbinnen is eruit en
plaatst u, door aan de riem te trekken, de voorste stang tot deze vastklikt. Herhaal deze stap om de achterste stang te monteren (Afb. G). Monteer het
extra overkapping-paneel (10) door het met de ritssluiting (Afb. H) aan de overkapping van de gondel te bevestigen. Plaats de matras (5) in de gondel.
Plaats de voorbereide gondel op het raamwerk van de kinderwagen (Afb.I). Zorg ervoor dat aan beide zijden de grendels op de juiste plaats zitten. Om de
gondel te verwijderen, drukt u tegelijkertijd op de ontgrendelingsknoppen aan beide zijden (Afb.J).
Om de gondel in te klappen, herhaalt u de handeling in omgekeerde volgorde. Gebruiksstand van de handgreep bij het dragen of optillen (FIG.OO).
LET OP! DE GONDELWAGEN KAN ALLEEN ACHTERWAARTS TOT RIJRICHTING
WORDEN GEMONTEERD (het kind voorwaarts tot de persoon die de kinderwagen
bestuurt).
LET OP! Vouw het trolleyframe niet op wanneer u het monteert
daarin een gondel.
Met behulp van de uit- en inklapknoppen van de overkapping aan beide zijden van de gondel kunt u de stand van de overkapping aanpassen (Afb.K). Het
is mogelijk de overkapping uit te schuiven met behulp van de vergrendeling op de overkapping. De gondel heeft ook een extra ventilatiepaneel aan de
voorkant van de gondel. Om het paneel te openen, maakt u de ritssluiting los en schuift u de bekleding eraf (Afb.L). Het tweede ventilatiepaneel bevindt
zich op de overkapping van de gondel. Om het te openen, maakt u de ritssluiting los en trekt u de bekleding naar boven (Afb.M). Plaats de voetenovertrek
door het met de ritsen vast te maken. Beide ritsen moeten aan de rechterkant zitten. Om de overtrek vast te maken, schuift u de onderste ritssluiting over
de lengte van de gondel (Afb.N). De voetenovertrek is uitgerust met een extra windbeschermingspaneel, dat met drukknopen aan de binnenkant van de
gondel wordt bevestigd. De regenhoes wordt op de gondel gelegd en aan beide zijden vastgezet met een knoop en een lus (onder het raamwerk van de
kinderwagen) (Afb.O), het muskietennet wordt over de gondel getrokken (Afb. P).
V.II ZITTING
Bij de montage van de zitting (7) op het onderstel van de wagen schuift u deze op het raamwerk, totdat u een karakteristiek klikgeluid hoort (Afb.Q). De
zitting kan voorwaarts of achterwaarts worden gemonteerd (Afb. R). Druk bij het demonteren van de zitting de knoppen aan beide zijden van de zitting in
en til het op (Afb. S). Om de hoes te bevestigen, verwijdert u de beugel (12) zoals beschreven in punt V.IV en steekt u het door de openingen in de hoes
(Afb. T), in de volgende stap plaatst u de beugel in de overeenkomstige posities in het raamwerk van de zitting (Afb.U). Haak de hoes aan beide zijden van
het raamwerk vast met behulp van de lus.
V.III OVERKAPPING
LET OP! Installeer het dakje voordat u de kinderwagen gebruikt.
De overkapping (8) is op het raamwerk van de zitting gemonteerd. Een extra overkapping-paneel (11) kan aan de overkapping worden toegevoegd door
het met een rits vast te maken. Maak bij het verwijderen van de overkapping de ritssluiting (Afb.V) en de drukknoppen aan de zijkanten van de zitting los.
Trek vervolgens de overkapping aan beide zijden van het raamwerk uit zoals aangegeven in de afbeelding (Afb.W). Volg bij het monteren van de overkapping
de stappen in omgekeerde volgorde. De kap kan in verschillende posities worden versteld (Afb. X).
V.IV VEILIGHEIDSBEUGEL
I Wanneer u de veiligheidsbeugel installeert, drukt u hem aan beide zijden van het raamwerk in tot hij vastklikt (Afb. Y). Om het element te demonteren,
drukt u op de knoppen aan beide zijden van de geleider en trekt u de veiligheidsbeugel eruit
V.V VEILIGHEIDSGORDELS
De veiligheidsgordels (9) moeten telkens opnieuw worden aangepast om ervoor te zorgen dat het kind goed beveiligd is.
Gebruik altijd het bevestigingssysteem. Schuif, om het kind vast te maken, de heupgordels in de schoudergordels (FIG.Z.I), voeg ze samen om een centrale
gesp te creëren (FIG.Z.II) en zet ze vast met de magnetische gesp totdat deze vastklikt (FIG.Z.III). Druk, om de gordel los te maken, op de knoppen op de
centrale gesp (FIG.AA).
De veiligheidsgordels kunnen worden gemonteerd/gedemonteerd. Om de veiligheidsgordels te demonteren, steekt u de schoudergordels en de
heupgordels door de gaten in de rugleuning en trekt u de kruisgordel naar boven. Maak vervolgens de rits aan de achterkant van de zitting los en trek de
3.
Achteras
5.
Matras voor de gondel
7.
Zitting met overkapping (8) en gordelsysteem(9)
11.
Extra overkapping-paneel voor de wandelwagen
13.
Achterwiel x2
15.
Voetenovertrek voor de wandelwagen
17.
Muskietennet
19.
Adapters
20.
Tas & Oprolmat ( 21.)
39