10
Inbedrijfstelling
10.1
Vul boiler en verwarmingssysteem
1.
Vul de boiler met koud water door de vulklep te openen die zich op de klepleiding bevindt.
2.
Ontluchten door een warmwaterkraan te openen.
3.
Vul daarna via de vulklep de spiraal van de boiler en het verwarmingssysteem met water, totdat er een druk
ontstaat van circa 1 bar.
10.2
Verwarmingssysteem ontluchten
1.
Open alle radiatorkranen volledig.
2.
Ontlucht alle radiatoren.
3.
Vul het verwarmingssysteem weer bij tot een druk van ca. 1 bar.
4.
Herhaal de procedure totdat alle lucht is verwijderd.
5.
Laat de radiatorkranen volledig open staan.
10.3
Vul het brinesysteem
Voorzichtig! Voordat het brinesysteem gevuld kan worden, moet de elektrische installatie klaar zijn en
moet de brinepomp in bedrijf kunnen worden genomen.
Voorzichtig! Voordat het brinesysteem voor DHP-A, DHP-AL wordt gevuld, MOET de boiler gevuld zijn.
Let op! Controleer altijd de lokale regels en voorschriften voordat antivriesmiddel wordt gebruikt.
Let op! Antivriesmiddel met corrosiewerende additieven moet zodanig worden toegepast en gemengd
dat bescherming tegen vorst tot -15°C wordt gerealiseerd voor DHP-H, DHP-L en DHP-C.
Let op! Gebruik uitsluitend ethyleenglycol als antivriesmiddel voor DHP-A en DHP-AL, zodanig gemengd
dat bescherming tegen vorst tot -32±1°C wordt gerealiseerd.
10.3.1
Berekend volume DHP-H, -C, -L
Het volume van het brinesysteem wordt als volgt berekend:
•
Warmtepomp (wisselaar en leidingen) ca. 2 liter
•
Expansievat ca. 3 liter
•
Collector (enkele leiding): PEM 40 ca. 1,0 liter/m; PEM 32 ca. 0,6 liter/m; Cu 28 ca. 0,5 liter/m
10.3.2
Berekend volume DHP-A, -AL
Het volume van het brinesysteem wordt als volgt berekend:
•
Warmtepomp (wisselaar, leidingen en buitenmantel) ca. 47 liter
•
Expansievat ca. 3 liter
•
Buitengedeelte ca. 7 liter
•
Collector (enkele leiding): 28 mm leiding ca. 0,5 liter/m
66 – Installatiehandleiding VMBMA1010