3.1
3.1 Hydrolyse/elektrolyse:
3.2 Niveau:
Programmeren van
Hydrolyse: gewenste
de functies hydrolyse/
desinfectieproductie (%).
elektrolyse.
4.1
Optionele pH controle
Meting en sturing/bewaking van de
pH waarde van het water.
De Redoxwaarde informeert ons over het oxidatie/reductiepotentieel van het water en wordt ingezet om de oxidatiebehoefte te bepalen. De instelwaarde is de minimale Redoxwaarde voor de activering
en de-activering van de titanium cel. De instelling van de ideale Redoxwaarde is de laatste stap bij het in bedrijf nemen van het systeem. Vergeet niet om de Redoxwaarde elke 2 à 3 maanden in te
voeren of te controleren, vooral als de waterparameters anders zijn geworden (pH/temperatuur/geleidbaarheid).
Redox controle
Meting en sturing/bewaking van de Redox
waarde als controle op de waarde van het
vrij chloor.
3. HYDROLYSE / ELEKTROLYSE
3.2
3.3
3.3 Zoutgehalte:
3.4 Boost (Shock):
Meting van
24 uren filteren bij maximale desinfectie-
zoutgehalte in gr/L.
capaciteit. Bij deze shock-chlorering kan de Redox
Zie ook paragraaf 9 –
controle gedeactiveerd worden.
zoutgehalte.
4. METINGEN / STREEFWAARDEN (SETPOINTS)
4.2
4.1 METINGEN / PH KALIBRATIE
4.4
pH
4.2 METINGEN / REDOX KALIBRATIE
4.9
Redox
3.4
4.3
4.1 Metingen: Instellen van de streefwaarden en electroden (voelers)
4.2 Streefwaarden: Streefwaarden/setpoints voor alle metingen
4.3 Instellen van de streefwaarden/setpoints: Stel hier de ideale waarden in per meting.
De standaardwaarden zijn:
pH: 7.0-7.4, Redox: 600-800mV en Vrij chloor 0.1-0.5 ppm (mg/L),
Geleidbaarheid: ~2000 (tds).
4.5
4.7
4.10
4.12
2 / 7
3.5
3.5 Modus:
3.6 Afdekking:
Indien u over een vrij chloor en een
Aansluiting van de
redoxvoeler beschikt, kiest u hier
automatische afdekking.
de (leidende) parameter welke de
Zie paragraaf 10
chloorproductie van de cel dient aan
"afdekking".
te sturen.
4.6
4.4 Kalibratie van de pH voeler: Alle 2-3 maanden.
4.5 Kalibratie met buffervloeistof:
(Buffervloeistof pH7/pH10/Neutraal): Volg de
aanwijzingen in 7 stappen, welke op het display
verschijnen (Afbeelding 4.6 komt overeen met stap 1).
4.7 Manuele kalibratie: Maakt het mogelijk om de
waarden van de voeler te corrigeren (zonder gebruik
van buffervloeistoffen) – enkel geadviseerd om
kleine afwijkingen van de meetwaarde te corrigeren.
4.8
4.8 Zonder de voeler uit de vloeistof te nemen,
gebruikt u de PLUS/MIN toetsen, om de weergegeven
waarde te corrigeren zodat deze overeenkomt met
uw referentiewaarde (conform de meting met een
fotometer of andere meting).
4.11
4.9 Kalibratie van de Redox voeler:
Advies: elke maand tijdens het zwemseizoen.
4.10 Kalibratie met buffervloeistof:
(Buffervloeistof 468mV): Volg de aanwijzingen in 4
stappen, welke op het display verschijnen
(Afbeelding 4.11 komt overeen met stap 1).
4.13
4.12 Manuele kalibratie: Maakt het mogelijk om
de waarden van de voeler (zonder gebruik van
buffervloeistof) te corrigeren – enkel geadviseerd om
kleine afwijkingen van de meetwaarden te corrigeren.
4.13 Zonder de voeler uit de vloeistof te
nemen, gebruikt u de PLUS/MIN toetsen, om de
weergegeven waarde te corrigeren zodat deze
overeenkomt met uw referentiewaarde (conform de
meting met een fotometer of andere meting).
3.6