Hoofdstuk 8 Handige functies van de GT-6B
DIRECT/MONO: Direct/Mono Output
Via één van de aansluitingen wordt het stereosignaal van de
GT-6B als mono uitgestuurd. De directe basklank (de analoge
bypass klank van de ingang) wordt via de andere aansluiting
uitgestuurd.
Met de stand van deze schakelaar bepaalt u of het signaal via
de XLR uitgangen in stereo (L/R) of direct mono wordt uit-
gestuurd. Zet de schakelaar op deze positie als u maar één
kanaal op de mengtafel gebruikt, bijvoorbeeld tijdens een
live optreden. Daarnaast kunt u bijvoorbeeld bij een opname
in de studio de directe basgitaarklank op een apart kanaal
opnemen, om later tijdens de mix de directe klank met de
effectklank te mixen.
Snelle aanpassing van het
volume van een Patch (EFFECT
LEVEL knop)
Met de EFFECT LEVEL knop kunt u het volume van de
geselecteerde Patch snel en eenvoudig aanpassen.
U kunt het volume van de geselecteerde Patch direct regelen
door aan de EFFECT LEVEL knop te draaien.
fig.08-03
* Als de Bypass EXP Mode (p. 55) en Noise Suppressor (p. 44)
op "Off" staan en alleen de CHORUS of REV/DLY in gebruik
zijn, wordt de directe klank als analoog signaal uitgestuurd. In
dit geval heeft EFFECT LEVEL geen invloed op het volume
van de directe klank.
* Als u de Write procedure (p. 23) uitvoert, wordt de aanpassing
van het volume van de Patch door middel van de EFFECT
LEVEL knop opgeslagen.
De basgitaar stemmen
De GT-6B heeft een ingebouwde automatische chromatische
tuner. Als u de tuner aanzet, wordt het uitgangssignaal uit-
gezet.
56
Het stemapparaat aanzetten
Met de volgende werkwijze schakelt u naar de Tuner mode.
fig.08-04
Met het pedaal
Druk tegelijkertijd de PATCH
in, om naar de Tuner mode te gaan.
Druk op het PATCH
of PATCH
Play mode terug te keren.
Met de knoppen
Bij elke druk op de [TUNER/BYPASS] knop op het bedie-
ningspaneel schakelt het apparaat tussen "Tuner mode" (p.
56), "Bypass mode" en "Play mode".
Over het scherm tijdens het
stemmen
Bij het ingebouwde stemapparaat van de GT-6B wordt de
notennaam op de bovenste regel van het scherm weergege-
ven en de stemgrafiek op de onderste regel. De stemgrafiek
toont het verschil tussen het ingangssignaal en de notennaam
op het scherm.
Verder wordt de stemming ook met de lampjes op de
PATCH pedalen aangegeven.
fig.08-05
Notennaam
Als het verschil met de juiste toonhoogte minder dan 50% is,
kunt u met de stemgrafiek de grootte van het verschil afle-
zen. Stem de basgitaar totdat het "I" in het midden van de
stemgrafiek staat.
Op dat moment gaan de lampjes van de beide PATCH peda-
len branden, om aan te geven dat het instrument goed is
gestemd.
en PATCH
pedalen
pedaal om naar de
Stemgrafiek