Gebruikershandleiding
Gerelateerde informatie
"Melding van onverwerkte ontvangen faxen" op pagina 134
&
"Foutmelding geheugen vol" op pagina 226
&
Pictogrammen op het softwaretoetsenbord van het display
Wanneer u contactpersonen registreert, netwerkinstellingen configureert, etc. kunt u tekens en symbolen invoeren
via het softwaretoetsenbordscherm. De volgende pictogrammen worden weergegeven op het softwaretoetsenbord.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen variëren naargelang de instelling.
Basisprincipes van printer
Geeft het aantal onverwerkte of ongelezen ontvangen faxen aan. Dit pictogram wordt
weergegeven op het faxmoduspictogram. Wanneer er meer dan 10 faxen zijn, verandert
het pictogram naar 10+. Voor meer details raadpleegt u het gedeelte dat het display
beschrijft wanneer een ontvangen fax niet werd verwerkt.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (wifi) of bekabeld (ethernet)
netwerk.
Gaat branden als de printer verbonden is met een bekabeld (ethernet) netwerk.
Gaat branden als de printer verbonden is met een draadloos (wifi-)netwerk. Het aantal
balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
Duidt op een probleem met de draadloze (Wi-Fi-)netwerkverbinding van de printer of
geeft aan dat de printer zoekt naar een draadloze (Wi-Fi-)netwerkverbinding.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk in de Ad Hoc-
modus.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk in de Wi-Fi
Direct-modus.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (Wi-Fi-)netwerk in de Simple AP-
modus.
Hiermee schakelt u tussen hoofdletters en kleine letters.
Hiermee schakelt u tussen tekentypes.
123#: hiermee voert u cijfers en symbolen in.
ABC: hiermee voert u letters in.
ÁÄÂ: hiermee voert u speciale tekens in, zoals umlauten en accenten.
Hiermee wijzigt u de indeling van het toetsenbord.
21