6.3 Controles
OPGELET
Beschadiging van het apparaat
- Voer alleen tests uit op het gevulde apparaat.
Als een van de controles niet tot het gewenste resultaat leidt, neem dan contact
op met de serviceafdeling. Zie hoofdstuk 6.5 Reparatie.
Controlelampjes controleren
Voorwaarde
• Het apparaat is uitgeschakeld.
Procedure
1. Houd de Start/Stop-toets ingedrukt en druk op de Aan/Uit-toets.
» Alle leds lichten na elkaar kort op. Vervolgens branden alle leds tegelijk.
2. Druk tweemaal op de Start/Stop-toets.
» De test wordt beëindigd en het apparaat schakelt zichzelf uit.
Controleer de prestaties van het ultrasoon en de verwarming
Het vermogen kan worden gecontroleerd met een wattmeter tussen de stekker
van het apparaat en het stopcontact.
Procedure
1. Vul de oscillatietank met water.
2. Schakel achtereenvolgens het ultrasoon en, indien aanwezig, de verwarming in
en weer uit. Lees het vermogen af. Zet de verwarming en het ultrasoon weer
uit.
3. Vergelijk de afgelezen waarden met de technische gegevens. Zie hoofdstuk 8.1
Technische gegevens.
1686-002 nl/2024-09
Instandhouding
33 / 52