3
Instellen via het bedieningspaneel
LAN-menu
U kunt het LAN-menu van het bedieningspaneel gebruiken om de netwerkinstellingen te configureren.
Druk op Menu en dan op a of b om LAN te selecteren, of druk op Menu, 5 (voor modellen met monochroom
display) en ga vervolgens naar de menuoptie die u wilt configureren.
De machine wordt geleverd met de software BRAdmin Professional voor Windows
®
Macintosh
en Remote Setup, die ook gebruikt kan worden voor het configureren van netwerkinstellingen.
TCP/IP
Dit menu heeft negen opties: Boot Method, IP Address, Subnet Mask, Gateway, Knooppunt naam,
WINS Config, WINS Server, DNS Server en APIPA.
BOOT Method
De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine haar IP-adres krijgt. De standaardinstelling is Autom.
(Alleen voor modellen met monochroom display)
a
Druk op Menu, 5, 1, 1.
b
Druk op a of b om Autom., Statisch, RARP, BOOTP of DHCP te selecteren.
c
Druk op OK.
d
Druk op Stop/Eindigen.
(Alleen voor modellen met kleurendisplay)
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om LAN te selecteren.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om TCP/IP te selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om BOOT Method te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om Autom., Statisch, RARP, BOOTP of DHCP te selecteren.
Druk op OK.
f
Druk op Stop/Eindigen.
®
, BRAdmin Light
12
3
3
3
3
3
3
3