Inhoudsopgave
Advertenties
E-SYSTEEM
LADER
Het voertuig is uitgerust met een acculader. Als er alleen een rode indicator op het display blijft branden, moet
u het voertuig onmiddellijk opladen. Alleen de door de fabriek geleverde lader mag worden gebruikt om de
accu op te laden.
NLD
LAADAANSLUITING
De laadaansluiting bevindt zich op de accu (1). De accu kan worden opgeladen in het voertuig of wanneer
deze is verwijderd. Dek de laadpoort altijd af met de stofkappen om te voorkomen dat vreemde voorwerpen de
laadpoort binnendringen en beschadigen of corroderen.
OPMERKING
Het indicatielampje van de lader heeft de functie van statusindicatie en foutindicatie.
Nr.:
Status van
de lading
1
Lege staat van
lading
2
Laadproces
3
Batterij volledig
opgeladen
4
Foutweergave
14 XAM
1
Batterijspanning Laadstroom
Batterij niet aangesloten
10A laadstroom
Batterijspanning te laag of kortsluiting
(batterijspanning is lager dan 44V)
Batterijoverspanning (batterijspanning is
hoger dan 85 V)
Alarm voor losgekoppelde of oververhitte
batterij
Storing in de oplader (overspanning,
overstroom, oververhitting van de
voedingseenheid).
Statusweergave
Laadniveau-indicator knippert
De weergave van de laadstatus bestaat uit 5
balkjes. Afhankelijk van de laadstatus lichten 0-5
balkjes op.
De laadindicator gaat uit, alle balkjes op het display
lichten op.
De indicator voor 20% en 40% batterijcapaciteit
knippert sneller.
Het display voor 20%, 40% en 60%
batterijcapaciteit flikkert sneller.
Het display voor 20 %, 40 %, 60 % en 80 % van de
batterijcapaciteit knippert sneller.
Het display voor 20%, 40%, 60%, 80% en 100%
van de batterijcapaciteit flikkert sneller.
Advertenties
Inhoudsopgave
