Installeren, instellen en configureren
Printerpoort
4
USB-printerpoort
5
Aansluiting voor
netsnoer
Printer instellen voor faxen
De faxfunctie instellen
Opmerkingen:
•
Sommige verbindingsmethoden zijn alleen van toepassing in bepaalde landen of regio's.
•
Als de faxfunctie is ingeschakeld, maar niet volledig is ingesteld, dan kan het indicatielampje rood
knipperen.
•
Als u geen TCP/IP-omgeving hebt, dient u het bedieningspaneel te gebruiken om uw faxinstellingen op
te geven.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak de kabels of de printer in het aangegeven gebied niet aan
als er een fax wordt verzonden of ontvangen om gegevensverlies of een printerstoring te voorkomen.
Het bedieningspaneel gebruiken
1
Navigeer op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Apparaat > Voorkeuren > Eerste installatie uitvoeren
Voor printermodellen zonder aanraakscherm drukt u op
2
Schakel de printer uit en schakel de printer vervolgens na ongeveer 10 seconden weer in.
3
Configureer de instellingen in het scherm Faxinstellingen.
4
Voltooi de set-up.
Embedded Web Server gebruiken
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Functie
Sluit de printer aan op de computer.
Sluit de printer aan op een goed geaard stopcontact.
om door de instellingen te navigeren.
21