CP32
3. Installatie
De CP32 is beschikbaar in volgende lengtes: 300 mm, 500 mm en
1000 mm.
De CP32 mag niet afgekort worden!
De sondes met lengte 300 mm en 500 mm kunnen zowel verticaal
als horizontaal geïnstalleerd worden.
De sonde CP32 met lengte 1000 mm mag enkel verticaal geïn-
stalleerd worden.
Bij installatie buitenshuis dient voldoende bescherming voor-
zien te worden.
Waarschuwing: Voor installatie dient de stoomketel atmosfe-
risch te zijn
kant om de positie van de sonde en het op-
timale TDS-niveau te bepalen.
Installatiediagram
min. 10 mm
Sensortip
min. 55 mm
Installeer de sonde als volgt:
Zorg ervoor dat de BSP draadaansluiting zich in goede staat
bevindt.
Gebruik maximum drie toeren PTFE tape op de schroefdraad
van de sonde.
Waarschuwing: Beperk het gebruik van PTFE tape.
Gebruik geen pasta.
Installeer de sonde, schroef deze manueel vast, nooit vast-
schroeven met een moersleutel !
Ten gevolge van de tapse schroefdraad, kunnen we geen
aanspanmoment aanbevelen.
De sonde zeker niet te vast aanschroeven – er dient steeds
schroefdraad zichtbaar te blijven op de sonde.
Nota: De hexagonale sondekop zal de vrouwelijke schroefdraad-
aansluiting niet raken, tenzij er zich een zeer sterke slijtage
voordoet of de tolerantie van de schroefdraad verkeerd is.
Het achteraf verwijderen en herinstalleren van de
sonde.
Waarschuwing: Verzeker u ervan dat de stoomketel of het
reservoir drukloos is en atmosferisch, alvo-
rens de sonde los te koppelen.
Gebruik altijd de correcte moersleutel – nooit een pijptang ge-
bruiken.
Verifieer de schroefdraad op beschadiging ten gevolge van het
te sterk aanspannen van de sonde.
Indien de schroefdraad beschadigd is, dient de sonde vervan-
gen te worden.
SPIRAX-SARCO BENELUX
Tel. +32 9 244 67 10
info@be.SpiraxSarco.com
Contacteer de stoomketelfabri-
Industriepark 5
+31 10 892 03 86
info@nl.SpiraxSarco.com
Installatie van de sonde:
Installeer de sensor op een plaats waar een representatief
watermonster gemeten wordt.
Plaats de sensor op voldoende afstand van de voedingswa-
ter-inlaat, indien mogelijk.
De ideale plaats is de middellijn van de stoomketel, waar er
minder kans is op stoombellen of een hogere concentratie
zouten.
De sensortip dient minimum 10 mm verwijderd te zijn van
stoomketeltubes en zich minimum 55 mm in de stoomketel
te bevinden. Bij sommige installaties is het nodig een extra
stuk op de stoomketelaansluiting te voorzien, zodat aan de
minimum afstanden voldaan kan worden. Verticaal geïnstal-
leerde sondes dienen minimum 100 mm ondergedompeld te
zijn.
Sensorlichaam
4. Bedrading
Alle bedrading dient volgens de heersende EN en IEC standaar-
den uitgevoerd te worden.
Voor Amerikaanse en Canadese installaties moet de sonde
worden aangesloten in overeenstemming met de nationale en
plaatselijke elektriciteitscode (NEC) of de Canadese elektriciteits-
code (CEC). Het product moet aangesloten worden op een klasse
2 NEC stroombron, NEC Limited Source (LPS) of op een beperkt
energiecircuit volgens UL / IEC 61010-1
In de kop van de sonde is een klemmenblok met 8 aansluitingen
voorzien. De bedrading gebeurt met een zevendraad afgescherm-
de kabel, 1mm², hoge temperatuursversie, bijvoorbeeld Pirelli
FP200 of Delta Crompton Firetuf OHLS. Maximum kabellengte:
100 m.
Het is aan te raden één wartelmoer te gebruiken voor de tempera-
tuursensor (klemmenblok TB1, klemmen 7 tot 9-, en één wartel-
moer voor de geleidbaarheidsmeting (TB1, klemmen 1 tot 5).
Waarschuwing:
Sluit geen draden aan op de klemmenblok TB2 (TB2 heeft 5
klemmen). TB2 bevat de delicate bedrading van de sensor
zelf en is zeer gevoelig voor beschadiging.
9052 ZWIJNAARDE
Fax +32 9 244 67 20
www.SpiraxSarco.com/be
Installatie en Onderhoud
Deksel
Wartelmoer
IM-P403-58 / AB-BEn-12
- 2 / 6 -
www.SpiraxSarco.com/nl