SMA Solar Technology AG
4. Stel de draadloze contactdoos in op de bedrijfsmodus automatisch (zie hoofdstuk 9.2.6.1,
pagina 81).
☑ De Sunny Home Manager schakelt de draadloze contactdoos binnen het ingestelde
tijdvenster in.
✖ De Sunny Home Manager schakelt de draadloze contactdoos niet in?
Mogelijk hebt u de draadloze contactdoos na het begin van het tijdvenster op
automatisch ingesteld, bijv. het tijdvenster begint om 13 uur en u hebt de
draadloze contactdoos na 13 uur op automatisch ingesteld. Als de verbruiker binnen
het tijdvenster niet de ingestelde apparaatlooptijd ter beschikking heeft, schakelt de
Sunny Home Manager de draadloze contactdoos pas in het volgende tijdvenster in.
• Stel de bedrijfsmodus van de draadloze contactdoos in op Ingeschakeld (zie
hoofdstuk 9.2.6.1, pagina 81) en schakel de verbruiker in om de aangesloten
verbruiker direct te starten. Op die manier wordt de verbruiker niet meer gestuurd
door de Sunny Home Manager.
• Om na een handmatige start van de verbruiker de verbruiker weer door de Sunny
Home Manager te laten sturen, moet u de bedrijfsmodus van de
draadloze contactdoos instellen op automatisch (zie hoofdstuk 9.4, pagina 95)
en de verbruiker inschakelen.
☑ Nadat de vijverpomp in bedrijf is geweest, schakelt de draadloze contactdoos over
naar de toestand Uitgeschakeld (automatisch). De vijverpomp wordt in het volgende
tijdvenster opnieuw gestart.
5. Als de vijverpomp binnen het volgende tijdvenster niet moet starten, stel dan de
draadloze contactdoos in op de bedrijfsmodus Uitgeschakeld (zie hoofdstuk 9.2.6.1,
pagina 81).
9.5
Verbruikers direct sturen
Direct stuurbare verbruikers sturen
Bepaalde verbruikers kunnen rechtstreeks met Sunny Home Manager communiceren. De
ondersteunde producten vindt u in de installatiehandleiding van de Sunny Home Manager.
Via ethernet sturen de verbruikers informatie over het type verbruiker, de geplande energiebehoefte
en het gewenste inschakeltijdvak naar de Sunny Home Manager.
De Sunny Home Manager houdt bij de belastingsregeling rekening met deze informatie en zendt
de overeenkomstige start- en stopsignalen, waarbij rekening wordt gehouden met de door u in het
kader van de verbruikersturing geconfigureerde optimalisatiedoelen.
Voorwaarden:
☐ U moet installateur of installatie-administrator zijn (zie hoofdstuk 13.1, pagina 127).
☐ Het apparaat moet het door SMA Solar Technology AG gedefinieerde
gegevensuitwisselingsprotocol ondersteunen (zie handleiding van de verbruiker).
Gebruiksaanwijzing
9 Sturing van verbruikers
HoMan_Portal-BA-nl-21
97