2.2
Verluchting
De luchttoevoeropeningen moeten zo voorzien zijn t.o.v.
de hogere ventilatie-openingen dat de lucht in de volle-
dige stookplaats wordt ververst.
2.2.1
Bij werking op stookolie
Important :Wij vestigen uw aandacht op het risico van
corrosie voor ketels geïnstalleerd in of in de buurt van
ruimtes waarin de lucht vervuild wordt met chloor- of
fluorstoffen.
Bijvoorbeeld: kapsalons, industriële ruimtes (oplosmid-
delen), koelapparaten, enz.
In dat geval kunnen wij niet instaan voor de waarborg.
2.2.2
Bij werking op gas
•
België :
Bij directe luchttoevoer, moet de doorsnede van de ver-
luchting- verplicht aanwezig in de ruimte waarin de ketel
is geïnstalleerd - conform zijn aan de norm
- NBN D 51.003 en addendum 1997
- NBN B 61.001.
2.3
Waterpasopstelling van de ketel
3. MONTAGE
Raadpleeg de gele pagina's in het midden van deze han-
dleiding voor montage van de ketel.
•
België :
raadpleeg de norm NBN B 61.001 (vermogen 70 kW).
De ketel waterpas stellen met behulp van de regelbare
voetjes (geleverd in het zakje "schroeven" van de collo
"ketelmantel"), die worden aangebracht bij montage van
de ketel.
(1) basishoogte 50 mm,
regelbaar van 35 tot 65 mm
(1)
50
9