VOORWAARDEN
ISOBUS-apparaat aangesloten
1. Kies
in het hoofdmenu.
2. Kies onder "Apparaten" het gewenste apparaat.
Als de GPS-ontvanger op de tractor of op het
3.
apparaat is gemonteerd,
"GPS-ontvanger op apparaat" activeren.
Als het aangesloten apparaat wordt gedragen,
4.
of het apparaat een zelfrijder is,
onder "Apparaatmodellering" "gedragen" kiezen
of
als het aangesloten apparaat wordt getrokken,
onder "Apparaatmodellering" "getrokken" kiezen.
Voor de apparaatgeometrie bestaan de volgende
waarden:
"X1": afstand tussen koppelingspunt en afgiftepunt
"X2": bij machines met tweede spuitboom: afstand
tussen koppelingspunt en tweede afgiftepunt
"A", bij getrokken machines: afstand tussen
koppelingspunt en achteras
"B": langsverplaatsing van de GPS-ontvanger ten
opzichte van het koppelingspunt
"C": dwarsverplaatsing van de GPS-ontvanger ten
opzichte van het koppelingspunt in de rijrichting.
Positieve waarde voor een dwarsverplaatsing
rechts van het koppelingspunt, negatieve waarde
voor een dwarsverplaatsing links van het
koppelingspunt.
AANWIJZING
Alle geometriewaarden moeten met de
werkelijke geometriewaarden van de machine
overeenkomen.
Om de geometriewaarden te controleren,
5.
geometriewaarden op machine nameten.
6. "Apparaatgeometrie" kiezen.
Als de GPS-ontvanger op de tractor of op het
7.
apparaat is gemonteerd,
Waarden voor "B" en "C" invoeren.
MG6010-NL-NL | Q.1 | 23.08.2022 | © AMAZONE
14 | Apparaten instellen
ISOBUS-apparaat instellen
Apparaatbeheer
Tractoren
GPS-ontvanger op apparaat
Apparaatmodellering
Ger tegeometrie
ä
Apparaten
Apparaatinformatie
Werkbreedte
Aantal sectiebreedtes
Inschakeltijd
Uitschakeltijd
ondersteund
CMS-I-00000243
CMS-I-00004941
53