Inhoudsopgave
Advertenties
6.7.3
Cv-circuitmodule aansluiten
▶ CV-circuitmodule op aansluiting EMS aansluiten
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36).
Wanneer op aansluiting EMS al een accessoire is aangesloten:
▶ CV-circuitmodule op aansluiting EMS parallel met al geïnstalleerde
accessoire aansluiten ( hoofdstuk 6.7.1 op pagina 21).
6.7.4
Kamerthermostaat
Als optie kunnen vloerverwarmingen in natte ruimten (bijvoorbeeld bad-
kamer of keuken) via de binnenunit worden geregeld.
▶ Besturing van de vloerverwarming op aansluiting PK2 aansluiten
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36).
Kamerthermostaat met geïntegreerde vochtsensor (CR10H of Mo-
duLine 1010H)
Bij installatie van een kamerthermostaat met geïntegreerde vochtsen-
sor:
▶ Kamerthermostaat op aansluiting EMS aansluiten
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36).
Wanneer op aansluiting EMS al een accessoire is aangesloten:
▶ Kamerthermostaat op aansluiting EMS parallel met al geïnstalleerde
accessoire aansluiten ( hoofdstuk 6.7.1 op pagina 21).
Kamerthermostaat zonder geïntegreerde vochtsensor (CR10 of Mo-
duLine 1010)
Bij installatie van een kamerthermostaat zonder geïntegreerde vocht-
sensor:
▶ Kamerthermostaat op aansluiting EMS aansluiten
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36).
Wanneer op aansluiting EMS al een accessoire is aangesloten:
▶ Kamerthermostaat op aansluiting EMS parallel met al geïnstalleerde
accessoire aansluiten ( hoofdstuk 6.7.1 op pagina 21).
▶ Vochtsensor op aansluiting MK2 aansluiten
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36).
6.7.5
Zwembadmengkraan aansluiten
▶ Sluit de zwembadmengkraan op de aansluiting EMS aan
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36 [6]).
Wanneer op aansluiting EMS al een accessoire is aangesloten:
▶ Sluit de zwembadmengkraan op de aansluiting EMS parallel aan de al
geïnstalleerde accessoire aan ( hoofdstuk 6.7.1 op pagina 21).
6.7.6
MB LAN 2 aansluiten
De MB LAN 2 dient als interface tussen de cv-installatie en een netwerk
(LAN).
Met de MB LAN 2 kan de cv-installatie via een mobiele telefoon gestuurd
en bewaakt worden.
Om de MB LAN 2 te kunnen gebruikten, moet aan de volgende eisen vol-
daan worden:
• Een internettoegang staat ter beschikking.
• De uitgang RJ45 van de router is vrij.
• De bijbehorende app is op de mobiele telefoon geïnstalleerd.
Bij het gebruik van de internettoegang voor de MB LAN 2 kunnen extra
kosten optreden.
▶ Sluit de MB LAN 2 op de volgende aansluitingen aan:
– Voedingsspanning voor MB LAN 2 12 V
– EMS
( hoofdstuk 12.2 op pagina 36 [3 en 6])
Compress Hybrid 7000i AW – 6721835859 (2021/05)
Wanneer op aansluiting EMS al een accessoire is aangesloten:
▶ Sluit de MB LAN 2 op de aansluiting EMS parallel op de al geïnstal-
leerde accessoire aan ( hoofdstuk 6.7.1 op pagina 21).
6.7.7
Externe aansluitingen
OPMERKING
Materiële schade door verkeerde aansluiting!
Door de aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsterkte is scha-
de aan elektrische componenten mogelijk.
▶ Voer uitsluitend aansluitingen op externe aansluitingen van de warm-
tepomp uit, die voor 5 V en 1 mA aangepast zijn.
▶ Wanneer tussenrelais nodig zijn, uitsluitend relais met verguldecon-
tacten gebruiken.
De externe ingangen kunnen gebruikt worden om met een extern poten-
tiaalvrij contact, afzonderlijke functies in de warmtepomp te activeren.
De gewenste functies zijn te programmeren in het bedieningspaneel van
de warmtepomp.
De functies, die door de externe ingangen worden geactiveerd, worden
in de handleiding van het bedieningspaneel beschreven.
De externe ingang wordt op een handmatige schakelaar of een besturing
met 5 V-relaisuitgang aangesloten.
7
Inbedrijfname
7.1
Vullen en ontluchten van de cv-installatie
OPMERKING
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installatie vullen tot de
juiste druk.
Hydraulisch schema van de binnenunit afb. 12.1, pagina 33
Cv-installatie vullen
▶ Onderbreek de elektrische voedingsspanning voor de buitenunit,
binnenunit en externe bijverwarming.
▶ Activeer de automatische ontluchting door de schroef een paar sla-
gen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
▶ Open alle ventielen in de cv-installatie.
▶ Indien aanwezig, andere automatische ontluchtingen in de cv-instal-
latie activeren.
▶ Debiet over deeltjesfilter waarborgen, eventueel de kogelkraan openen.
▶ Vul de cv-installatie langzaam via de externe bijverwarming.
Bedrijfsdruk
1,2–1,5 bar
Minimale vuldruk. Vul bij een koude cv-installatie de
installatie op een druk van 0,2-0,5 bar boven de
voordruk van het expansievat.
3 bar
Maximale vuldruk bij maximale cv-watertempera-
tuur: mag niet worden overschreden (overstortven-
tiel wordt geopend).
Tabel 6 Bedrijfsdruk
▶ Controleer, wanneer de druk niet constant blijft, of het expansievat
en de cv-installatie lekdicht zijn.
▶ Herstel de elektrische voedingsspanning voor buitenunit, binnenunit
en externe bijverwarming.
Inbedrijfname
25
Advertenties
Inhoudsopgave
