■
Hoe het systeem werkt
Radarsensoren:
Onder de hoeken van
de achterbumper
Wanneer een voertuig wordt gedetecteerd dat nadert vanuit een van de achterhoeken,
waarschuwt de uitparkeermonitor u met een zoemer en een visuele waarschuwing.
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer:
•
De contactschakelaar in de stand AAN
gezet
*1
.
•
De uitparkeermonitor is ingeschakeld.
2 Uitparkeermonitor aan en uit BLZ. 652
2 Instelbare functies BLZ. 396
•
(
R
De schakelhendel in
staat.
•
De snelheid van uw voertuig 5 km/h of
langzamer is.
WORDT VERVOLGD
uuUw voertuig parkerenuUitparkeermonitor
*
1Uitparkeermonitor
Onder de volgende omstandigheden detecteert de
uitparkeermonitor een naderend voertuig mogelijk niet of
(
w
wordt
met vertraging of wordt u gewaarschuwd zonder dat er een
voertuig nadert:
•
Een obstakel, zoals een ander voertuig of een muur, in de
buurt van de achterbumper van uw voertuig, blokkeert het
bereik van de radarsensor.
•
De snelheid van uw voertuig is ongeveer 5 km/h of hoger.
•
Een voertuig nadert met een andere snelheid dan tussen
ongeveer 10 km/h en 25 km/h.
•
Het systeem neemt externe interferentie waar zoals de
radarsensoren van een ander voertuig of vangt sterke
radiogolven op van een locatie in de buurt.
•
Een van de hoeken van de achterbumper is bedekt met
sneeuw, ijs, modder of vuil.
•
Als er sprake is van slechte weersomstandigheden.
•
Uw voertuig staat op een helling.
•
Uw voertuig helt naar achteren door een zware lading aan
de achterzijde.
•
Uw voertuig rijdt achteruit in de richting van een muur,
een paal, een voertuig, enz.
De achterbumper of sensoren zijn niet goed gerepareerd of
de achterbumper is vervormd.
Laat het voertuig door een dealer controleren.
*
649