Inbouw-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding
6.2.1 Debiet min. / max.
Voorzover in de karakteristieken of gegevensbladen
geen andere gegevens zijn aangegeven, geldt:
Pompgrootte
Z8, ZR855...
Z8, ZR875...
Z8, ZR895...
Z8, ZR8125...
Z10-ZR10150...
Z10-ZR10200...
Z10-ZR10275...
Z12-ZR12340...
Z12-ZR12420...
Maximale bedrijfshoeveelheden
3
[m
Pompgrootte
Z8, ZR855...
Z8, ZR875...
Z8, ZR895...
Z8, ZR8125...
Z10-ZR10150...
Z10-ZR10200...
Z10-ZR10275...
Z12-ZR12340...
Z12-ZR12420...
Waarden gelden onder de voorwaarde NPSH
(NPSH
+ 0,5 m).
pomp
6.2.2 Minimumafdekking
U
...geldt voor
een max.
stromingssn
elheid
tussen
pomp en
boorbuis
van ...m/s.
Pompgrootte
mm
Z8, ZR855...
Z8, ZR875...
4,2
Z8, ZR895...
Z8, ZR8125...
Z10-ZR10150...
1600
Z10-ZR10200...
4,5
2900
Z10-ZR10275...
Z12-ZR12340...
2900 6,8
Z12-ZR12420...
Aanbevolen minimum
hoeveelheden voor
3
continubedrijf [m
/h]
50 Hz
60 Hz
10
12
15
18
22
27
30
36
40
50
60
80
80
100
150
180
200
-
/h] verticale en horizontale
inbouw
50 Hz
60 Hz
75
90
105
125
135
160
170
200
200
240
250
280
320
360
400
400
520
-
installatie
min
Blz. 32
6.2.3 Toelaatbare schakelfrequentie
Zijn in de motorbedrijfshandleiding geen waarden voor
de schakelfrequentie aangegeven, dan gelden de
waarden in overeenkomst met diagram 1.
100,0
10,0
1,0
1
Bij van elkaar afwijkende waarden is de lagere
schakelfrequentie toegestaan.
6.3 Buitenbedrijfstelling
Schuif in de drukleiding vlak voor het afschakelen
van de motor sluiten. Niet noodzakelijk, als een
drukbelaste terugslagklep aanwezig is.
Aandrijfmachine uitschakelen. Op rustige naloop
letten.
>
10
100
Motorvermogen [kW]
diagram 1
1000