METEN EN KALIBREREN
Het wordt aanbevolen om de tester regelmatig te kalibreren, minstens een keer per maand, vooral
als een hoge nauwkeurigheid vereist is.
Meten
Druk op de AAN/UIT-knop om de meter aan te zetten. Dompel de elektrode onder in de te testen
oplossing. De geleidbaarheidswaarde, automatisch gecompenseerd voor temperatuur, wordt
weergegeven op het scherm. De gemeten temperatuur wordt eronder weergegeven.
Zorg ervoor dat de meter voor gebruik is gekalibreerd.
Kalibratieprocedure
• Terwijl u in meetmodus bent, blijf drukken op de MODE-knop totdat CAL op het display
verschijnt.
• De meter gaat naar de kalibratiemodus en geeft "μS/cm 1413 USE" weer met CAL knippe-
rend.
• Giet ca. 5 cm standaardoplossing in een beker.
• Plaats de elektrode in de oplossing. De elektrodepunt moet in het midden van de oplossing
worden geplaatst en cm 3 cm ondergedompeld. De meter herkent automatisch de oplossing.
• Als de oplossing niet wordt herkend of buiten het geaccepteerde bereik valt, wordt "---- Err"
weergegeven.
• Als de kalibratie-oplossing wordt herkend, wordt "REC" weergegeven totdat de meting stabiel
is en de kalibratie is geaccepteerd.
• Na acceptatie wordt het bericht "Stor" weergegeven en keert de meter terug naar de meetmo-
dus.
Kalibratie verwijderen
Druk CAL. De meter gaat in kalibratiemodus. Druk op de aan/uit-knop. CLR wordt weergegeven. De
meter is nu in standaardkalibratie.
5