84
Bediening
4.17 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet verhinderen dat kinderen de
inductiekookplaat per ongeluk of opzettelijk inschakelen.
Hiervoor wordt de bediening geblokkeerd.
Kinderbeveiliging inschakelen
1. Zolang op de Aan/Uit-toets
kookstandweergaven 0 aantonen.
2. Meteen daarna gelijktijdig op de Vergrendeltoets
de STOP-toets
3. Vervolgens op de Vergrendeltoets
kinderbeveiliging te activeren. In de kookstandweergaven
verschijnt een L voor Child-Lock; de bediening is
geblokkeerd en de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
4. Op de Aan/Uit-toets
5. Meteen daarna gelijktijdig op de Vergrendeltoets
de STOP-toets
6. Vervolgens op de STOP-toets
kinderbeveiliging uit te schakelen. De L verdwijnt.
Kinderbeveiliging slechts voor één kookproces
uitschakelen
Voorwaarde: de kinderbeveiliging is volgens punt 1-3
ingeschakeld.
•
Op de Aan/Uit-toets
•
Meteen daarna gelijktijdig op de Vergrendeltoets
de STOP-toets
Nu kan door de gebruiker een kookzone ingeschakeld
worden.
Na het uitschakelen van de kookplaat is de
kinderbeveiliging weer actief (ingeschakeld).
Opmerking
•
Bij een stroomstoring wordt de ingeschakelde
kinderbeveiliging beëindigd, d.w.z. gedeactiveerd.
4.18 Brugfunctie
De voorste en de achterste kookzone kunnen voor het
koken aaneengeschakeld worden (brugfunctie). Daardoor
kunnen grote pannen worden gebruikt.
1. De kookplaat inschakelen.
2. Om de brugfunctie in te schakelen het sensorveld
van de voorste en achterste kookzone
gelijktijdig aanraken.
De brugfunctie is ingeschakeld, het symbool
verschijnt. De bediening gebeurt met het sensorveld
van de voorste kookzone.
3. Om de combinatie te desactiveren opnieuw op beide
sensorvelden
uitschakelen.
Opmerking
De braadslede of de pan moet de gebruikte kookzones ten
minste voor de helft bedekken om door de panherkenning te
worden herkend!
drukken (1 sec..) tot de
drukken
drukken om de
drukken.
drukken
drukken om de
drukken.
drukken
tegelijk drukken of de kookplaat
NL
en
en
en