Plaatsen van uw toestel
Plaats de luidspreker, met daaraan het oorstukje bevestigd,
eerst in uw oor (1) en plaats dan het toestel achter uw oor (2).
Wanneer het toestel is uitgerust met een oorstukje, zorgt u
ervoor dat u het zodanig in het oor plaatst dat het strak, maar
wel comfortabel aansluit op de vorm van de gehoorgang.
Zorg ervoor dat het oorstukje zo geplaatst is dat het slangetje
de contouren van de huid volgt.
Als het toestel een oorgrip heeft, plaats deze dan in het oor
zoals aangegeven op tekening 3 en 4, zodat het de ronding
van het oor volgt.
2
4
20
Druktoets
Uw toestel is voorzien van een ergonomische druktoets om het volume te regelen en
1
tussen verschillende programma's te wisselen.
De druktoets kan worden geactiveerd door op het bovenste deel (OMHOOG) of het
onderste deel (OMLAAG) te drukken.
3
OMHOOG
OMLAAG
21