De brander gaat niet aan:
de gasklep staat niet open.
de gasfles is leeg.
de ontstekingsknop werkt niet.
er is geen vonk bij ontsteking.
De vlam van de brander is onregelmatig:
de vlam brandt in de brander (fluistergeluid).
de regelaar is defect.
de injector is gedeeltelijk geblokkeerd.
Gaslek tussen de dichtingen:
koppelingen zitten los.
de slang is beschadigd.
de gasklep is defect.
koppelingen / dichtingen zijn beschadigd.
De pizzasteen draait niet:
de pizzasteen draait niet.
de pizzasteen is beschadigd.
knop / contact of kabels zijn beschadigd.
74
PROBLEEMOPLOSSING
Zet de klep open.
Vervang de gasfles door een nieuwe.
Controleer de batterij.
Neem contact op met het servicecentrum
Zet de brander uit en laat hem afkoelen. Probeer dan
opnieuw.
Neem contact op met het servicecentrum
Reinig de injector met een tandenborstel. Boor niet uit en
gebruik geen draad/staaldraad om blokkades te verwijderen.
Neem contact op met het servicecentrum
Draai de losse koppelingen vast (niet te strak) en voer een
druklektest uit met zeepwater
(zie de instructies 'Lektest' pagina 61).
Vervang de slang. (Neem contact op met servicecentrum).
Neem contact op met het servicecentrum
Neem contact op met het servicecentrum
Kijk na of de kabel van de voedingsadapter correct is
aangesloten en of de stroom is ingeschakeld.
Kijk na of de batterijen correct zijn geplaatst in het
batterijcompartiment.
Controleer of de batterijen volledig zijn opgeladen en vervang
ze indien nodig.
Neem contact op met het servicecentrum
Neem contact op met het servicecentrum