Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ingebruikname; Bediening; Onderhoud - Gardena 3500/4 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor 3500/4:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 12
gebruik bij zwembaden en vijvers alleen via een scheidingstransformator van
stroom worden voorzien.
v Informeer bij een elektro-installatiebedrijf.
In Zwitserland
In Zwitserland moeten verplaatsbare apparaten die buiten worden gebruikt,
worden aangesloten via aardlekschakelaars.
Visuele controle
v De pomp voor ieder gebruik controleren om vast te stellen of de pomp, in het
bijzonder stroomkabel en stekker, beschadigd is.
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt worden.
v Bij schade, pomp altijd door de GARDENA technische dienst of de bevoegde
vakman laten controleren.
v Wanneer het netsnoer van dit apparaat beschadigd wordt, moet het door
de fabrikant of diens servicedienst of een dergelijke gekwalificeerde persoon
worden vervangen om risico's te voorkomen.
Aanwijzing
v Stel de pomp niet bloot aan regen. Gebruik de pomp niet in een natte of
vochtige omgeving.
Om drooglopen van de pomp te voorkomen dient u erop te letten dat de aan-
zuigslang zich steeds in het doorvoermedium bevindt.
v Vul de pomp voor iedergebruik tot aan de overloop met circa 2 tot 3 l
doorvoer vloeistof!
Zand en andere schurende stoffen in de doorvoervloeistof leiden tot snellere
slijtage en capaciteitsvermindering.
v Gebruik bij zandhoudend water een voorzetfilter voor pompen.
Het pompen van vervuild water, bijv. door stenen, dennennaalden e. d., kan
leiden tot beschadiging van de pomp.
v Geen vervuild water pompen.
De minimale doorstroomhoeveelheid bedraagt 90 l/u (= 1,5 l/min.). Aansluit-
apparaten met een geringere doorvoer mogen niet gebruikt worden.
GEVAAR! Dit product genereert tijdens de werking een elektromagnetisch veld.
Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden invloed hebben op de werkwijze
van actieve of passieve medische implantaten. Om het gevaar van situaties die
kunnen leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen uit te sluiten, dienen perso-
nen met een medisch implantaat hun arts en de fabrikant van het implantaat te
raadplegen alvorens dit product te gebruiken.
GEVAAR! Kleinere onderdelen kunnen gemakkelijk worden ingeslikt. De polyzak
vormt een verstikkingsgevaar voor kleine kinderen. Houd kleine kinderen tijdens
de montage uit te buurt.

2. INGEBRUIKNAME

Pomp opstellen:
De plaats van opstelling moet vast en droog zijn en de pomp moet stevig
kunnen staan.
v Pomp op veilige afstand (min. 2 m) van de doorvoervloeistof opstellen.
De pomp moet op een plaats met geringe luchtvochtigheid en voldoen-
de ventilatie in de omgeving van de ventilatiesleuven worden opgesteld.
De afstand tot de wanden moet minstens 5 cm bedragen. Via de ven-
tilatiesleuven mag geen vuil (bijv. zand of aarde) worden aangezogen.
Slang op de aanzuigzijde aansluiten [ afb. I1 ]:
Aan de aanzuigzijde geen waterslang-insteeksysteemonder delen
gebruiken. Er moet een vacuümbestendige slang gebruikt worden,
bijv. GARDENA aanzuiggarnituur, art. 1411.
Om de aanzuigtijd te verkorten als de pomp weer aanslaat, raden wij het
gebruik van een aanzuigslang met terugslapklep aan, die voorkomt dat de
aanzuigslang leegloopt als de pomp buiten werking gesteld wordt.
1. Vacuümbestendige zuigslang
zijde 
2
verbinden en luchtdicht dichtschroeven.
2. Bij aanzuighoogtes boven de 4 m aanzuigslang
(bijv. aan een houten paal vastbinden).
De pomp wordt door het gewicht van de aanzuigslang ontlast.
Slang aan de drukzijde aansluiten [ afb. I2 ]:
De pomp 3500/4 heeft 2 aansluitingen
bruikte pompaansluiting moet met de sluitdop
kan voor de aansluiting van 2 slangen worden afgeschroefd.
De pompaansluitingen
3
/
ß
3a
draad waarop via het GARDENA waterslangsteeksysteem 13 mm (1/2")-,
16 mm (5/8")- of 19 mm (3/4")- slangen aangesloten kunnen worden.
Een optimaal benutten van de doorvoercapaciteit van de pomp wordt
bereikt door aansluiting van 19 mm (3/4")-slangen in combinatie met
b.v. de GARDENA aansluitset voor pompen art. 1752, of van 25 mm (1")-
1707-20.960.07 Short A4.indd 13
1
met de aansluiting op de aanzuig-
1
extra bevestigen
3
ß
/
aan de drukzijde. De onge-
3a
4
worden afgesloten, deze
zijn uitgerust met 33,3 mm (G 1")-schroef-
slangen met GARDENA GEKA-koppeling met binnendraad
art. 7109 / GEKA-koppeling art. 7103.
5
v Drukslang
met de aansluiting op de drukzijde
Bij parallelaansluiting van meer dan 2 (3000/4 meer dan 1) slangen / aan-
sluitapparaten raden wij het gebruik van de GARDENA 2- oder 4-weg
waterverdeler art. 8193/8194, GARDENA 2-weg ventiel art. 940 aan,
die direct op de aansluiting van de drukzijde
worden.

3. BEDIENING

Vloeistof pompen [ afb. O1 / O2 ]:
GEVAAR! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar op verwondingen door elektrische
stroom.
v Voor het vullen de stekker van de besproeiings pomp uit het
stopcontact trekken.
LET OP! Drooglopen van de pomp.
v Pomp voor elk gebruik tot aan de overloop met ca. 2 tot 3 l van
de doorvoervloeistof vullen.
1. Schroefverbinding
6
op de vulopening
2. Circa 2 tot 3 l van de doorvoervloeistof via de vulopening
overloop vullen.
6
3. Schroefverbinding
op de vulopening
draaien (geen tang gebruiken).
4. Eventueel aanwezige afsluitventielen in de drukslang
(aansluitap-paraten, waterstop enz.) openen.
5. Resterende water in de drukslang
het aanzuigen kan ontsnappen.
6. Stekker in het stopcontact steken.
5
7. Drukslang
min. 1 m verticaal boven de pomp naar boven houden,
Aan- / Uitschakelaar
8
indrukken (Aan- / Uitschakelaar licht op) en
wachten tot de pomp heeft aangezogen.
v Wanneer de pomp na ca. 5 minuten niet pompt, pomp uitscha-
8
kelen (Aan- / Uitschakelaar
VERHELPEN).
De aangegeven maximale zelfaanzuighoogte van 7 m wordt alleen bereikt,
wanneer de pomp boven de vulopening
5
en de drukslang
daarbij en tijdens het zelfaanzuigen zo ver naar boven
wordt gehouden, dat geen doorvoervloeistof van de pomp via de druks-
lang
5
kan ontwijken.
4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling [ afb. S1 ]:
Voor de winter moet de besproeiingspomp vorstveilig worden
opgeslagen.
9
1. Wateraftapschroef
openen.
Het water loopt uit de besproeiingspomp.
2. Besproeiingspomp vorstvrij opbergen.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval
worden afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale milieu-
voorschriften worden afgevoerd.
BELANGRIJK!
v Voor het product via uw plaatselijke recyclinginstantie af.

5. ONDERHOUD

De GARDENA beregeningspomp is zo goed als onderhoudsvrij.
Besproeiingspomp doorspoelen:
Na het pompen van chloorhoudend zwembadwater moet de pomp
worden doorgespoeld.
1. Lauwwarm water (max. 35 °C) evt. met toevoeging van een mild
reinigingsmiddel (bijv. afwasmiddel) pompen tot het gepompte water
helder is.
3
ß
/
verbinden.
3a
3
ß
/
geschroefd kunnen
3a
7
met de hand open draaien.
7
tot aan de
7
‚ met de hand vast dicht-
5
weg laten lopen zodat de lucht bij
indrukken) (zie 6. STORINGEN
7
tot aan de overloop is gevuld,
07.08.19 08:31
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3000/417071709

Inhoudsopgave