3
Inbedrijfname
3.2
Toestel in- en uitschakelen
Inschakelen
V Schakel het toestel met de aan/uit-knop in.
In het display verschijnt na korte tijd de aanvoertempe-
ratuur.
Toestel uitschakelen
V Schakel het toestel met de aan/uit-knop uit.
V Als het toestel langer buiten bedrijf moet worden
gesteld: Neem de vorstbeveiliging in acht
(Æ hoofdstuk 3.8).
3.3
Verwarming inschakelen
V Draai aan de temperatuurregelaar
voertemperatuur aan de verwarmingsinstallatie aan te
passen:
– Minimaal, draaiknop in de stand horizontaal naar
links: ca. 55 °C
– Maximaal, draaiknop naar rechter aanslag:
aanvoertemperaturen tot ca. 88 °C
Als de brander in bedrijf is, is de controlelamp groen
verlicht.
3.4
Verwarmingsregelingen
Neem voor de correcte instelling de bedie-
ningshandleiding van de gebruikte verwar-
mingsregelaar in acht.
V Buitentemperatuurgestuurde regelaar (RC35) op de
betreffende verwarmingskarakteristiek en bedrijfsstand
instellen.
V Draai de ruimtetemperatuurafhankelijke regelaar
(RC10/20) op de gewenste ruimtetemperatuur.
6
Afb. 4
om de max. aan-
Afb. 5
Afb. 6
Logamax U152/154 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen vorbehouden
60
55
80
60
55
80
Voorbeeld: Ruimtetemperatuurregelaar RC20
Reset
Eco
50
45
55
40
60
6 720 612 232-32.2O
Reset
Eco
50
45
55
40
60
6 720 612 232-33.2O
6 720 612 229-32.1O