Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
ondersteund.
Het toestel is uitgerust met slechts
één netwerkaansluiting. Het kan
niet worden uitgezet.
4. Beveiligingsfuncties
1. Beveiligingsfunctie tegen vorst:
In de koel-, ontvochtigings- of
energiebesparingsmodus; als de
temperatuur van de afvoerbuis
te laag is, opent het apparaat
automatisch de beveiligingsmodus.
Als de temperatuur van de
afvoerbuis opnieuw toeneemt tot
een bepaalde temperatuur, hervat
het apparaat de normale werking.
2. Beveiligingsfunctie tegen
overstroming:
Als het water in het waterreservoir
boven het alarmpeil komt, hoort
u automatisch een alarmsignaal
en knippert het "FULL" (vol)
controlelampje. Als dit het geval
is, leid de afvoerbuis die op de
waterafvoer is aangesloten naar
de riool of andere afvoerzone om
het waterreservoir te legen (voor
meer informatie, raadpleeg de
sectie "Afvoerinstructies" aan het
einde van dit hoofdstuk). Wanneer
het water is afgevoerd, wordt
het apparaat automatisch op de
oorspronkelijke toestand ingesteld.
3. Automatisch ontdooien
(koelmodellen zijn van deze functie
voorzien):
Het apparaat is uitgerust met een
automatische ontdooifunctie.
Ontdooien kan worden bereikt door
de vierwegsklep om te keren.
4. Beveiligingsfunctie van de
compressor:
Voor een langere levensduur van de
compressor, is er na uitschakeling
van de compressor een vertraging
van 3 minuten voordat de
compressor opnieuw ingeschakeld
wordt.
5. Installatie en afstelling
Installatie:
Waarschuwing: voor gebruik van de
mobiele airconditioner, zorg dat het
minstens 2 uur in een rechtopstaande
positie staat.
De airconditioner kan eenvoudig
in de kamer worden verplaatst.
Verplaats de airconditioner altijd in
een rechtopstaande positie en plaats
het altijd op een vlakke ondergrond.
Installeer of gebruik de airconditioner
niet in de badkamer of een andere
vochtige ruimte.
1. De warmteafvoerbuis aanbrengen
(zoals weergegeven in Fig.1)
haal het aansluitstuk voor buiten en
de afvoerbuis uit de verpakking en
verwijder de plastic tassen.
Stop de warmteafvoerbuis (het
uiteinde van het koppelstuk) in de
sleuf op het achterpaneel (duw
naar links) totdat het vast komt te
zitten (zoals weergegeven in fig. 1).
2. De raamafdichtingsplaat
aanbrengen
1)Open het raam voor de helft en
breng de raamafdichtingsplaat aan
in het raam (zoals weergegeven in
fig. 2 en fig. 3). De plaat kan zowel
in de horizontale als de verticale
richting worden geplaatst.
Open de verschillende onderdelen
van de raamafdichtingsplaat.
Pas de openingsafstand aan
zodat beide uiteinden van de
plaat het raamkozijn raken. Zet
de verschillende onderdelen
vervolgens vast.
3. Install the window sealing plate
assembly.
Opmerkingen: Het vlakke uiteinde
van de afvoerbuis moet op zijn plaats
-91-
Advertenties
Inhoudsopgave
