DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN —————————————————————————————————————————
3
Zet de naaimachine aan.
Selecteer de gewenste naaisnelheid door de
4
schuifknop voor snelheid naar links of rechts
te schuiven.
Wanneer u de knop naar links schuift, wordt
de naaisnelheid lager; wanneer u de knop naar
rechts schuift, wordt de snelheid hoger.
1 Schuifknop voor snelheidsregeling
• De snelheid die u instelt met de knop voor
snelheidsregeling, is de maximum naaisnel-
heid voor het voetpedaal.
5
Wanneer u klaar bent om te gaan naaien,
drukt u langzaam het voetpedaal in.
Door het voetpedaal in te drukken verhoogt u
de naaisnelheid; door het voetpedaal omhoog
te laten komen verlaagt u de naaisnelheid.
• Druk het voetpedaal langzaam in. Wanneer
u het voetpedaal te hard indrukt, begint het
naaien te snel.
De machine begint te naaien.
Wanneer u aan het eind bent, laat u het voet-
6
pedaal helemaal omhoogkomen.
De machine stopt met de naald omlaag (in
de stof).
48
7
●
1
●
●
Langzamer
Sneller
Wanneer u klaar bent met naaien, haalt u de
naald omhoog en knipt u de draden af.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De draad
afknippen" (pagina 51).
Memo
● Wanneer het voetpedaal is aangesloten,
kunt u niet de start/stoptoets gebruiken om
het naaien te starten of te stoppen.
● Wanneer u stopt, blijft de naald omlaag (in
de stof). U kunt de machine zo instellen dat
de naald omhoog staat wanneer u stopt met
het naaien. Meer bijzonderheden over de
naaldstopstand vindt u in "De naaldstop
stand wijzigen" (pagina 14).
VOORZICHTIG
Pas op dat zich geen draad of stof
ophoopt in het voetpedaal; dit kan leiden
tot brand of een elektrische schok.
Plaats geen voorwerpen op het voetpe-
daal; dit kan leiden tot schade aan de
machine of letsel veroorzaken.
Als u de machine lange tijd niet gebruikt,
ontkoppelt u het voetpedaal; anders bes-
taat het risico van brand of elektrische
schok.