inHoud | bEdiEning Algemene AAnwijzingen bEdiEning Bediening Algemene aanwijzingen ����������������������������������� 52 Veiligheidsaanwijzingen �������������������������������������� 52 Andere aandachtspunten in deze documentatie/op het toestel �������������������������������������������������������� 53 algemene aanwijzingen Meeteenheden �������������������������������������������������� 53 Het hoofdstuk “Bediening” is bedoeld voor de gebruiker van het Veiligheid ��������������������������������������������������� 53 toestel en voor de installateur.
bEdiEning vEiLigHEid Veiligheid andere aandachtspunten in deze documentatie/ op het toestel Voorgeschreven gebruik Info Het toestel is bestemd voor het verwarmen van drinkwater en kan Algemene aanwijzingen worden aangeduid met het sym- één of meerdere tappunten voeden. bool dat hiernaast staat. f Lees de aanwijzingsteksten grondig door.
bEdiEning ToesTelbeschrijving toestelbeschrijving instellingen Het toestel verwarmt op elektrische wijze drinkwater met normaal Bedieningselementen, display en symbolen verwarmingsvermogen of met snelopwarming. Met de elektroni- sche regeling is de energiebesparende instelling gemakkelijker te regelen. Afhankelijk van de stroomvoorziening en het gebruiks- gedrag wordt het verwarmen automatisch uitgevoerd tot aan de nominale temperatuur.
bEdiEning inStELLingEn Fabrieksinstellingen toetsfuncties Na de eerste ingebruikname is de nominale temperatuur ingesteld 4.3.1 nominale temperatuur en vorstbescherming instellen op een maximumwaarde van 85 °C. Via symbolen wordt weer- gegeven dat het toestel verwarmt en de energiebesparingmodus De actuele nominale temperatuur wordt weergegeven. ECO Comfort is gekozen.
bEdiEning inStELLingEn menufuncties 4.4.3 energiebesparingmodus instellen eco comfort (fabrieksinstelling) 4.4.1 algemeen principe van de menu-instellingen Deze energiebesparingmodus biedt u altijd de maximale hoeveel- Info heid warm water en daardoor het hoogste comfort. Uw instellingen blijven ook behouden na het ontkoppelen In de energiebesparingmodus ECO Comfort wordt de nominale van het stroomnet.
Pagina 57
bEdiEning inStELLingEn inschakelen en instellen f Door nogmaals op de toets Modus te drukken, selecteert u de menufunctie f Druk op de toets Modus tot het ECO Plus. symbool Temperatuurbegrenzing Het symbool ECO Plus verschijnt. verschijnt. f Stel met de toetsen Plus en Min de f Door opnieuw te drukken, selecteert u waarde in voor de temperatuurbegren- de menufunctie ECO Dynamic.
bEdiEning reiniging, verzorging en onderhoud Problemen verhelpen 4.4.8 Vorstbescherming in-/uitschakelen Als u de vorstbescherming inschakelt, wordt de nominale tempe- Probleem oorzaak f oplossing ratuur automatisch ingesteld op 7 °C. Het water wordt niet Er is geen spanning. Controleer de zekeringen Wanneer u de vorstbescherming uitschakelt, wordt de nominale warm en het display is van de huisinstallatie.
inStaLLatiE vEiLigHEid inStaLLatiE 10. montage 10.1 montage van het toestel De aan het toestel bevestigde wandbevestiging is voorzien van Veiligheid slobgaten voor haken, waardoor montage op reeds bestaande ophangbouten van vorige toestellen meestal mogelijk is. Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie van f Breng anders de afmetingen voor de boorgaten over op het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur de wand (zie hoofdstuk “Technische gegevens/maten en...
inStaLLatiE MontagE 10.3 elektrische aansluiting werkwijze kiezen Toestel- en milieuschade GEVAAR Elektrische schok Scheid alle polen van het toestel van het elektriciteitsnet Schakel de werkwijze alleen om, wanneer het toestel van voor aanvang van alle werkzaamheden. het stroomnet is ontkoppeld. GEVAAR Elektrische schok Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin- gen en montage uit conform de voorschriften.
inStaLLatiE ingEbruiKnaME 11. ingebruikname 12.2 regeling achteruit inschakelen 11.1 eerste ingebruikname f Open de afsluitklep in de koudwateraanvoerleiding. f Open een tappunt tot het toestel is gevuld en het leidingnet luchtvrij is. f Let op het maximaal toegelaten doorstroomvolume bij een volledig geopende kraan (zie hoofdstuk “Technische gegevens/gegevenstabel”).
inStaLLatiE ondErHoud 14. onderhoud GEVAAR Elektrische schok Scheid alle polen van het toestel van de netspanning voor aanvang van alle werkzaamheden. GEVAAR Elektrische schok Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin- gen en montage uit conform de voorschriften. Wanneer het toestel bovendien moet worden afgetapt, raadpleeg dan het hoofdstuk “Toestel aftappen”.
inStaLLatiE StoringEn vErHELPEn 15. storingen verhelpen Info Bij temperaturen lager dan -15 °C kan de veiligheidstem- peratuurbegrenzer worden geactiveerd. Het toestel kan al bij opslag of bij het transport aan deze temperaturen zijn blootgesteld. f Laat de storingscode weergeven (zie hoofdstuk “Instellingen/ menufuncties/storingscode weergeven”).
inStaLLatiE tECHniSCHE gEgEvEnS 16.3 storingssituaties 16.2.1 tweekringboilerwerking Het vermogen van de snelopwarming wordt na de schuine streep Bij een storing kunnen er temperaturen tot 95 °C bij 0,6 MPa getoond. voorkomen. eén-teller-meting met energiemaatschappijcontact 2/3 kw 3 / 3 kw 1 Contact van de stroomregeling 16.2.2 eénkringboilerwerking Het vermogen van de snelopwarming wordt na de schuine streep getoond.