nl Waterontharding
11
Waterontharding
Hard kalkhoudend water laat kalkresten op het servies-
goed en de spoelmiddelhouder achter en kan onderde-
len van het apparaat verstoppen.
Voor goede afwasresultaten kunt u water met de water-
ontharding en onthardingszout ontharden. Om schade
aan het apparaat te voorkomen, moet water met een
hardheidsgraad van meer dan 7 °dH worden onthard.
11.1 Overzicht van de waterhardheidsinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de instelbare waterhardheidswaarden.
U kunt de waterhardheid opvragen bij uw plaatselijke waterbedrijf of vaststellen met een waterhardheidtester.
Waterhardheid °dH
0 - 6
7 - 8
9 - 10
11 - 12
13 - 16
17 - 21
22 - 30
31 - 50
Opmerking: Stel het apparaat in op de vastgestelde
waterhardheid.
→ "Waterontharding instellen", Pagina 18
Bij een waterhardheid van 0 - 6 °dH hoeft u geen ont-
hardingszout te gebruiken en kunt u de wateronthar-
ding uitschakelen.
→ "Waterontharding uitschakelen", Pagina 19
11.2 Waterontharding instellen
Stel het apparaat in op de waterhardheid.
De waterhardheid en de gewenste instelwaarde
1.
vaststellen.
→ "Overzicht van de waterhardheidsinstellingen",
Pagina 18
Op
drukken.
2.
Programmatoets A ingedrukt houden en net zo lang
3.
op
drukken tot het display H:xx aangeeft.
Programmatoets A en
4.
a De programmatoets A knippert en het display geeft
H:04 aan.
Net zo vaak op programmatoets C drukken tot de
5.
gewenste waterhardheid is ingesteld.
Op
drukken om de instelling op te slaan.
6.
11.3 Onthardingszout
Met onthardingszout kunt u het water ontharden.
Onthardingszout vullen
Als de indicatie onthardingszout bijvullen brandt, vult u
het onthardingszout in het reservoir voor onthardings-
zout direct voor de programmastart bij. De benodigde
hoeveelheid onthardingszout is afhankelijk van de wa-
terhardheid. Hoe hoger de waterhardheid, des te groter
de benodigde hoeveelheid onthardingszout.
18
Hardheidsbereik
zacht
zacht
gemiddeld
gemiddeld
gemiddeld
hard
hard
hard
loslaten.
mmol/l
0 - 1,1
1,2 - 1,4
1,5 - 1,8
1,9 - 2,1
2,2 - 2,9
3,0 - 3,7
3,8 - 5,4
5,5 - 8,9
LET OP!
Vaatwasmiddel kan de waterontharding beschadigen.
Het reservoir van de onthardingsvoorziening alleen
▶
met onthardingszout voor vaatwassers vullen.
De spoelmiddelhouder kan door onthardingszout corro-
deren.
Om ervoor te zorgen dat gemorst onthardingszout
▶
uit de spoelmiddelhouder wordt gespoeld, het ont-
hardingszout direct voor de start van het program-
ma in het reservoir voor onthardingszout worden ge-
vuld.
Het deksel van het reservoir voor onthardingszout
1.
opendraaien en verwijderen.
Bij de eerste ingebruikneming: het reservoir volledig
2.
met water vullen.
Instelwaarde
H:00
H:01
H:02
H:03
H:04
H:05
H:06
H:07