10-7 Kalibratie
Kalibreer benzinebrandstofdebietsensors tijdens
installatie, of indien de brandstofaflezingen niet
lijken te kloppen en andere suggesties voor
het oplossen van problemen niet helpen (zie
Appendix B Problemen oplossen).
Opmerking
SmartCraft™ brandstofsensors en Northstar
dieselsensors zijn in de fabriek gekalibreerd
en zouden niet nogmaals gekalibreerd
behoeven te worden.
Kalibreer voor een boot met meerdere
motoren de sensor van elke motor. Dit
kan tegelijkertijd worden gedaan met
een draagbare tank, of voor elke motor
afzonderlijk m.b.v. een draagbare tank.
Voor de kalibratie van een brandstofsensor is
precieze meting van het brandstofverbruik
nodig.
Dit kan het best door gebruik van een kleine
draagbare tank. Voor een accurate kalibratie
dienen ten minste 15 liters (4 gallons)
brandstof te worden gebruikt.
Het is, als gevolg van luchtbellen, vaak
moeilijk om ondervloerse tanks twee keer
tot precies hetzelfde niveau te vullen; dus
als er meer brandstof wordt gebruikt, zal de
kalibratie preciezer zijn.
Northstar Explorer 557/567 Installatie- en bedieningshandleiding
Om de sensor(s) te kalibreren:
1
Noteer het brandstofniveau in de tank(s).
2
Verbind de draagbare tank(s) aan de motor
via de brandstoftransducer(s).
3
Laat de motor op kruissnelheid lopen totdat
ten minste 15 liter (4 gallons) brandstof is
verbruikt per motor.
4
Controleer de eigenlijke hoeveelheid
verbruikte benzine per motor door de
draagbare tanks tot het oorspronkelijk niveau
te vullen en de meter van de brandstofpomp
af te lezen en de waarde(n) te noteren.
5
Druk tweemaal op
Brandstof en selecteer daarna Motoren
instellen.
6
Selecteer op een boot met enkele motor
Kalibratie en verander de weergegeven
waarde totdat deze overeenkomt met die van
de brandstofpomp en druk dan op
Selecteer op een boot met meerdere
motoren eerst de motor. Selecteer
Kalibratie en verander de weergegeven
waarde totdat deze overeenkomt met die van
de brandstofpomp en druk dan op
Herhaal voor de andere motoren.
, selecteer
.
.
39