6. Laat de lekbak w, de vacuümslang r, de onderste afdichting
bovenste afdichting
Plaats de lekbak w, de onderste afdichting
7.
weer terug.
O P B E R G E N
V
Berg de stroomkabel
1.
stroomkabel 1.
6 Wikkel de stroomkabel
6 Zorg ervoor dat er geen druk op de afdichtingen staat.
Bewaar het apparaat altijd met ontgrendeld deksel.
2.
Bewaar het apparaat in een droge en afgesloten ruimte.
D E VAC U Ü M CO N TA I N E R S S C H O O N M A K E N
V
6 Dompel de deksels van de containers niet onder in water.
6 Plaats de deksels van de containers niet in een vaatwasser.
1.
Was de containers, zonder deksels, met de hand met warm water en afwasmiddel.
2.
Verwijder de binnenste kap van de onderkant van het deksel van de container.
3.
Was de kap in warm water met afwasmiddel.
4.
Maak het deksel van de container schoon met een vochtige doek.
5. Droog alle onderdelen grondig af.
6. Plaats de kap opnieuw op de onderkant van het deksel.
Wrijf de rubberen afdichtingen regelmatig in met enkele drupjes bakolie om ze
4
elastisch te houden.
D E VAC U Ü M Z A K K E N R E I N I G E N
V
6 Zakken die in contact zijn geweest met rauw vlees, rauwe
vis of vettig voedsel mogen niet hergebruikt worden om
mogelijke ziekten te voorkomen.
6 Zakken die in de magnetron zijn opgewarmd of zijn gekookt,
mogen niet hergebruikt worden om mogelijke ziekten te
voorkomen.
aan de lucht drogen.
6
op in het opslagcompartiment voor de
o
niet om het apparaat heen.
o
en de bovenste afdichting
9
en de
9
6
17