Gasaansluitdruk Controleren; Controleren Gas-Luchtverhouding - Bosch Condens 5300i WT GC5300iWT 24/48 23 Installatie- En Onderhoudshandleiding
Gascondensatie
Verberg thumbnails
Zie ook voor Condens 5300i WT GC5300iWT 24/48 23:
- Bedieningshandleiding (12 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9.5.4
Gasaansluitdruk controleren
Brandervermogen
Min. nominaal
bij
warmtevermogen
[%]
Aardgas (G20/
10
G25)
Propaan (G31)
10
Tabel 54 Minimaal en maximaal nominaal warmtevermogen in warmwa-
terbedrijf
Gassoort
Nominale
druk
[mbar]
Aardgas (G20)
20
Aardgas (G25)
25
Propaan (G31)
37
Tabel 55 Toegestane gasaansluitdruk
voor het meten moet het voorpaneel van de toestelmantel en de bran-
derkap worden weggenomen.
▶ Om de warmteafgifte te waarborgen, radiatorkranen openen.
▶ Sluit de gaskraan.
▶ Schroef op de meetnippel voor de gasaansluitdruk 2 slagen losdraai-
en ( afb. 46).
▶ Sluit de drukmeter aan.
Afb. 46 Gasaansluitdruk meten
▶ Open de gaskraan en schakel de ketel in.
▶ Schoorsteenvegerbedrijf starten.
▶ Het toestel met maximaal nominaal warmtevermogen in warmwater-
bedrijf (100%) in bedrijf nemen.
▶ Gasaansluitdruk aan de hand van de specificaties in de tabel in de bij-
lage van het hoofdstuk controleren.
Inbedrijfstelling buiten het toegestaan drukbereik is verboden.
▶ Bepaal de oorzaak en los de storing op.
▶ Wanneer dit niet mogelijk is: Sluit de ketel aan de gaszijde af en infor-
meer het gasbedrijf.
▶ Schoorsteenvegerbedrijf beëindigen.
▶ Sluit de gaskraan.
▶ Slang van de drukmeter lostrekken.
▶ Schroef op meetnippel voor de gasaansluitdruk dichtdraaien.
▶ Radiatorkranen weer in de oorspronkelijke stand zetten.
Condens 5300i WT – 6721805105 (2024/03)
Max. nominaal warmte-
vermogen in warmwater-
bedrijf
[%]
100
100
Toegestane drukbereik bij
maximaal nominaal warmtever-
mogen
[mbar]
17 – 25
20 – 30
25 – 45
4,0 x 0,8
T10
0010037164-003
9.5.5
Controleren gas-luchtverhouding
De gas-lucht-verhouding mag alleen met een elektronisch meetinstru-
ment aan de hand van een O
- of CO
2
warmtevermogen in warmwaterbedrijf en minimaal nominaal warmte-
vermogen worden gecontroleerd.
voor het meten moet het voorpaneel van de toestelmantel en de bran-
derkap worden weggenomen.
▶ Om de warmteafgifte te waarborgen, radiatorkranen openen.
▶ Ketel in bedrijf nemen.
▶ Verwijder de stoppen op rookgasmeetnippels.
Afb. 47 Stoppen afnemen
▶ Schuif de rookgassonde in het midden van de rookgasmeetnippel.
▶ Meetpunt afdichten.
▶ Servicebedrijf inschakelen.
▶ 10 minuten wachten.
CO
/O
-gehalte controleren
2
2
Brandervermogen
Min. nominaal
bij
warmtevermogen
[%]
Aardgas (G20/
10
G25)
Propaan (G31)
10
Tabel 56 Minimaal en maximaal nominaal warmtevermogen in warmwa-
terbedrijf
Maximaal nominaal
warmtevermogen
Gassoort
CO
O
2
2
[%]
[%]
Aardgas
9,0 -
3,3 -
(G20)
9,8
4,8
Aardgas
7,3 -
4,8 -
(G25)
8,8
7,6
Slochteren
8,3 -
5,8 -
(G25)
9,3
4,0
Propaan
10,6 -
4,8 -
(G31)
10,8
4,4
Tabel 57 CO
/O
- en CO-gehalte
2
2
Voor een juiste meting op vollast dient de brander continu ingeschakeld
te blijven.
▶ Het toestel met maximaal nominaal warmtevermogen in bedrijf ne-
men.
▶ Het CO
/O
-gehalte bij maximaal nominaal warmtevermogen in
2
2
warmwaterbedrijf (100 %) op het rookgasanalyseapparaat aflezen,
zodra de meetwaarde stabiel is.
▶ Stel het minimale nominale warmtevermogen in.
Inspectie en onderhoud
-meting bij maximaal nominaal
2
6 720 614 153-07.2O
Max. nominaal warmte-
vermogen in warmwater-
bedrijf
[%]
100
100
Minimaal nominaal
warmtevermogen
CO
CO
O
CO
2
2
[ppm]
[%]
[%]
[ppm]
< 250
8,2 -
4,8 -
< 100
9,0
6,2
< 250
6,8 -
5,9 -
< 100
8,2
8,5
< 250
7,5 -
7,3 -
< 100
8,5
5,4
< 250
9,9 -
5,8 -
< 100
10,5
4,9
37
Advertenties
Inhoudsopgave
