VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE INSTALLATIE
Algemene opmerkingen
•
Alle aansluitingen (elektrische, hydraulische,...) dienen volgens de
geldende standaarden en voorschriften uitgevoerd te worden.
•
Als het aftappunt ver verwijderd is van de boiler kan men een
circulatieleiding aansluiten.
•
Het opstarten en de inbedrijfstelling moeten worden uitgevoerd door een
erkende installateur.
Belangrijke instructies voor een correcte werking van de installatie
•
De boiler moet in een droge en beschutte ruimte geïnstalleerd worden.
•
Het toestel is zo op te stellen dat het te allen tijde van alle zijden gemakkelijk
toegankelijk is.
•
Controleer de draagkracht van de muur vooraleer er een boiler tegen
te bevestigen, vergewis er u van dat de muur een met water gevulde
boiler kan dragen.
•
In het geval van de aansluiting van koperen leidingen, is het absoluut
aan te raden om verzinkte koperen fittingen als intermediair element
aan te sluiten. Als de schroefdraaden van de buizen niet zijn uitgerust
met een aansluitbus en ze beginnen te roesten, is onze garantie niet
langer geldig.
•
Indien de druk op het sanitaire net 6 bar overschrijdt, dient er een op
4,5 bar afgestelde veiligheidsklep geïnstalleerd te worden.
•
In geen geval mag de boiler onder een druk groter dan 7 bar worden
geplaatst, omdat dit tot onherstelbare schade aan het apparaat leidt.
Het aanbevolen veiligheidsventiel is: 6 bar veiligheidsventiel
•
Zorg ervoor dat de afvoer van het veiligheidklep rechtstreeks naar het
riool gaat, om mogelijke schade te voorkomen, en dat de afvoerbuis
nooit verstopt is en tegen bevriezing beschermd is.
•
De veiligheidsgroep nooit boven de boiler installeren dit ter voorkoming
van lekken op de boiler en daaruit voortvloeiende corrosie.
•
Een veiligheidsklep (fitting) die aan de veiligheidsvoorschriften voldoet
moet op de inlaat koudwaterleiding worden gemonteerd. Dit moet een
éénrichting ventiel en een veiligheidsventiel bevatten.
12
Installatie
1221114201/03_661Y3300 • A
NL