Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Plaatsing In Machineruimtes; Installatie; Installatieafstanden; Heteluchtcirculatie - Reznor PV Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Als men dit niet doet, kan de garantiedekking
ongeldig of minder worden.

Plaatsing in machineruimtes

Mits aan bepaalde criteria is voldaan, is het
mogelijk om PV staande luchtverwarmers in een
machineruimte te installeren. In machineruimtes
geïnstalleerde verwarmingen dienen alleen te
worden geconfigureerd voor gebruik in dichte
kamermodus en er dienen voorzieningen te zijn
voor positieve aansluiting van rookgasafvoeren,
verbrandingsluchtpijpen, heteluchtafvoer- en
retourkanalen. Als plaatsing hier een vereiste is,
wordt u geadviseerd om vóór de installatie met
Reznor Technical contact op te nemen.
Daarnaast mag de maximale temperatuur in de
machineruimte niet meer dan 32°C bedragen.

2.0 Installatie

De
voor de verwarming gekozen locatie dient
geschikt te zijn voor het plaatsen van een effectief
afgassysteem.
De locatie dient ook voldoende ruimte te hebben
voor de luchttoevoer, retourluchtcirculatie,
gastoevoer, elektrische voeding, maar dient ook
een goede en veilige toegang voor werk te bieden.
De verwarming dient te worden geïnstalleerd op
een vlak en waterpas oppervlak dat is gemaakt van
onbrandbaar materiaal en voldoende stevig is om
het gewicht van de verwarming en alle overige
apparatuur te dragen.
Any combustible material adjacent to the heater or
flue system must be so placed or shielded so that
its surface temperature does not exceed 65
Alle brandbare materiaal naast de verwarming of
het afgassysteem dient zodanig te worden
geplaatst of afgeschermd dat de
oppervlaktetemperatuur ervan niet meer dan 65°C
wordt.
Vrijblazende PV staande luchtverwarmers zijn het meest
efficiënt als ze zo dicht mogelijk bij de werkruimte
staan. Men dient er echter op te letten dat de uitgeblazen
lucht niet direct op de personen in de te verwarmen
ruimte wordt gericht.
Als de stroming van koude lucht problemen
veroorzaakt (bv. bij ingangen, laadperrons, etc.),
wordt het geacht beter te zijn als de verwarming
zodanig wordt geplaatst dat de lucht vanaf een
afstand van 1,5 m – 6 m naar de koudeluchtbron
toe of dwars erop wordt uitgeblazen, afhankelijk
van de grootte van de ingang en het
luchtafgiftebereik van de verwarming. Bij
blootliggende muren dienen verwarmingen zodanig
te worden geplaatst dat deze naar de blootliggende
muur toe of erlangs blazen.
In locaties waar men voorstelt om meer dan één
verwarming te installeren, dient een algemeen
circulatieschema te worden opgesteld en
bijgehouden, waardoor de beste warmteverdeling
wordt bereikt. De luchtdruk binnen de verwarmde
ruimte en de luchtdruk buiten moeten hetzelfde
blijven, factoren die dit beïnvloeden zijn de
aanwezigheid van afzuigsystemen,
ventilatiesystemen en verschillende soorten
procesapparatuur.

2.1 Installatieafstanden

De verwarming dient te worden geïnstalleerd met
onderstaande afstanden in mm.
Model
30/50
72/95
120/145

2.2 Heteluchtcirculatie

De luchtverwarming dient zodanig te worden
geplaatst dat de uitgeblazen hete lucht maximaal
kan circuleren in de te verwarmen ruimte, rekening
houdend met personeel dat zich in de ruimte
0
bevindt, bronnen van binnendringende koude lucht
C.
en obstructies.
De stijging van de luchttemperatuur bij het
passeren van de warmtewisselaar is meestal rond
de 33°C
Men dient voor een volledige en ongeblokkeerde
retourluchtroute naar de verwarming te zorgen (zie

2.4 Luchttoevoer).

Als de verwarming wordt opgesteld om lucht door
een gat in een muur te blazen, dienen de inlaten
voor de retourlucht zodanig te worden geplaatst dat
deze niet geblokkeerd kunnen raken. Evenzo
dienen deze inlaten zodanig te worden geplaatst
dat ze geen geuren, gassen, gevaarlijke dampen of
partikels aanzuigen.
8
Voor
Achter
Links
700
400
150
840
400
150
840
400
150
Rechts
150
150
150

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pv 30Pv 50Pv 72

Inhoudsopgave