De warmteafleidereenheid plaatsen
De warmteafleidereenheid bestaat uit de warmteafleider en de systeemventilator.
1. Lijn de warmteafleidereenheid uit met de schroefhouders op het moederbord.
2. Sluit de kabel van de ventilator aan op de connector van het moederbord.
3. Plaats de schroeven (M2.0 x 3.0) terug om de warmteafleidereenheid aan de systeemkaart te bevestigen.
OPMERKING:
Plaats de schroeven terug in de volgorde van de nummers [1, 2, 3, 4], zoals aangegeven op de warmteafleider.
4. Installeer het volgende:
a.
batterij
b.
onderplaat
5. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
LED-kaart
LED-kaart verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
2. Verwijder het volgende:
a.
onderplaat
b.
batterij
c.
luidspreker
3. U kunt de LED-kaart als volgt verwijderen:
a. Koppel de LED-kabel los van de LED-kaart [1].
WAARSCHUWING:
daarvan een pennetje om de randen van de kabelconnector omhoog te duwen om de LED-kabel los te maken.
b. Verwijder de M2.0 x 2.5-schroef waarmee de LED-kaart aan de computer is bevestigd [2].
c. Til de LED-kaart uit het systeem [3].
gewerkt.
werken.
Trek niet aan de kabel, de kabelconnector kan hierdoor beschadigd raken. Gebruik in plaats
Onderdelen verwijderen en plaatsen
25