3.6.1
Plaatsing
Plaats het weerstation op een paal (diameter 25 mm) 2 meter boven de kas; de imbus
moet naar het noorden worden geplaatst. Zorg ervoor dat er geen schaduw op de
Meteo-Go! valt en plaats het niet te dicht bij een uitlaat/schoorsteen.
3.6.2
Een weerstation delen
Als een locatie meerdere controllers heeft, dan kunnen deze de uitlezingen van
hetzelfde weerstation delen. Om deze gegevens te delen, moeten de controllers
aangesloten zitten aan hetzelfde netwerk en elke controller moet een uniek ID-
nummer hebben (in de software heet deze instelling Regelaar instantie). U kunt het
ID-nummer instellen in het configuratiemenu.
VOORBEELD
De uitlezingen van het weerstation worden voor twee controllers gebruikt. Het
weerstation met de Meteo-Go! heeft de instelling Regelaar instantie op 1 staan;
bij de andere controller staat deze instelling op 0.
Figuur 3-6:
3.6.3
Netwerkaansluiting
Aan de achterzijde van de Panel PC is één netwerkaansluiting. De netwerkaansluiting
wordt gebruikt voor het delen van het weerstation tussen meerdere systemen en voor
bediening op afstand. Met de HortiMaX-Go! wordt geen randapparatuur meegeleverd
om netwerken aan te leggen. Gebruik hiervoor algemeen beschikbare apparaten.
Gebruik voor het netwerk bij voorkeur standaard Cat5e UTP bekabeling, normale
patch bekabeling. Gebruik tussen de controllers geen cross kabels.
22
HortiMaX-Go!
Configuratiemenu met de instelling 'Regelaar instantie'.